De Code van medische deontologie bepaalt dat de arts het patiëntendossier gedurende dertig jaar moet bewaren na het laatste contact met de patiënt. Daarna mag de arts de patiëntendossiers vernietigen. (art. 24, Code van medische deontologie) Deze deontologische plicht rust op alle artsen.
Voor artsen in ziekenhuisverband is de dertigjarige bewaartermijn van het patiëntendossier wettelijk verankerd. (art. 1, §3, koninklijk besluit van 3 mei 1999 houdende bepaling van de algemene minimumvoorwaarden waarvan het medisch dossier, bedoeld in artikel 15 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, moet voldoen).
De Kwaliteitswet, die in werking treedt op 1 juli 2022, bevestigt de dertigjarige bewaartermijn voor alle artsen (en zelfs ruimer: voor alle gezondheidszorgbeoefenaren). Voornoemde wet bepaalt dat de gezondheidszorgbeoefenaar het patiëntendossier gedurende minimum 30 jaar en maximum 50 jaar moet bewaren te rekenen vanaf het laatste patiëntencontact. (art. 35, wet van 22 april 2019 inzake de Kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg).
Overeenkomstig de Europese regelgeving moet de arts, indien hij het patiëntendossier langer dan dertig jaar bijhoudt, kunnen aantonen dat dit noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor hij de gezondheidsgegevens verwerkt, met name gezondheidszorg.