Sommaire
Le médecin qui dispense des soins à un patient inconnu par téléconsultation doit informer correctement et préalablement le patient des conséquences de l'établissement de la relation de soins. Un simple SMS dans lequel il assure de la bonne tenue de la prestation ne satisfait pas à cette obligation.
Le médecin fixe correctement ses honoraires et sur la base des prestations effectivement fournies. Une information insuffisante sur les honoraires et la facturation à l'avance d'une consultation qui n'a pas encore eu lieu constituent une violation de l'article 33 du Code de déontologie médicale.
Décision
[extraits]
« Inzake:
(…)
Dr. X staat tuchtrechtelijk terecht wegens schending van de eer en de waardigheid van het beroep van arts te … op dd. … door:
- het niet correct toepassen van de nomenclatuurregels voor geneeskundige prestaties en
- het niet correct naleven van de voorwaarden voor de mogelijkheid tot een teleconsult,
zoals aangehaald in de klachtbrief van Dhr. C per e-mail dd. … aan de provinciale raad van de Orde der artsen van Z overgemaakt, door aan patiënt per sms-bericht 70 euro te vragen, hetzij 50 euro voor een tele –/videoconsult op zaterdagvoormiddag die niet tijdens zijn wacht plaats zou vinden en een gewone consultatie van 20 euro die pas twee dagen later zou plaatsvinden.
Gelet op de stukken van het tuchtdossier;
Dr. X verschijnt niet, hoewel correct opgeroepen om te verschijnen voor de Provinciale Raad;
I. De Feiten en procedurevoorgaanden
1.
De feiten werden omschreven in de klacht van klager, die in zijn klacht van dd. … uitlegt dat hij op zaterdagochtend dd. … een emailbericht heeft gestuurd naar Dr. X, die volgens zijn website op zaterdag raadplegingen heeft. De klager en zijn echtgenote waren bezorgd om de gezondheidstoestand van hun zeven maanden oude zoon die al enkele dagen koorts had. Nadat de klager een voicemailbericht heeft achtergelaten op het antwoordapparaat van de arts, kreeg hij tien minuten later een voorstel per sms-bericht tot het houden van een telefonisch consult. Dr. X nam vervolgens telefonisch contact met de echtgenote (die eerder ook al een poging had gedaan om contact te nemen met de arts). Telefonisch zou een kostprijs van 60 euro zijn voorgesteld, per bericht kreeg de klager nadien het voorstel om 70 euro te betalen, met vermelding van een rekeningnummer. Aangezien de klager en de echtgenote geen vertrouwen hadden in een dergelijke aanpak, zijn ze met hun zoontje naar de spoedafdeling van een ziekenhuis geweest.
Daags nadien heeft Dr. X nogmaals getracht contact op te nemen met de klager en zijn echtgenote, waarbij hij informeert naar de toestand van het kind. De klager ervaarde deze berichten als opdringerig, niet als gemeen of negatief getint.
2.
In zijn schriftelijke verklaring van dd. … verklaart Dr. X dat hij inderdaad een teleconsultatie heeft voorgesteld op zaterdag, gevolgd door een fysieke consultatie op maandag dd. … . Hij vroeg hiervoor inderdaad 70 euro, zijnde 20 euro voor de fysieke consultatie en 50 euro voor de video- of teleconsultatie, volgens hem volgens de barema’s. Dr. X stelt dat hij tot zijn verrassing heeft moeten vernemen dat de ouders toch naar de spoedafdeling van een ziekenhuis zijn gegaan. Hij heeft zich de volgende dag nog geïnformeerd over de toestand van het kind.
3.
Tijdens het mondelinge onderzoek, gevoerd door de Onderzoekscommissie van deze raad op dd. …, benadrukt Dr. X dat hij de ouders niet wilde afpersen en enkel de ouders wilde helpen. Omdat vader niet met het kind wilde buitenkomen, heeft hij voorgesteld om een videoconsultatie te doen. Hij zou op die manier naar eigen zeggen de ouders kunnen begeleiden. Hij heeft een bericht gestuurd met zijn honorarium, zijnde 50 euro voor een consultatie tijdens het weekend (hij mag hiervoor naar eigen zeggen een code aanrekenen) en 20 euro voor de fysieke consultatie die op maandag zou plaatsvinden. Hij heeft voldoende werk en patiënten en heeft spijt van het veroorzaakte misverstand.
II. Beoordeling ten gronde
4.
Een teleconsultatie is een zorgprestatie op afstand van een zorgverlener met een patiënt. Artsen hebben een voorname rol te spelen bij de controle en de informatieverstrekking bij de opstart van een teleconsultatie, bij de adviesverstrekking, bij het gebruik van daartoe opgerichte platformen en bij de opmaak van wetenschappelijke richtlijnen en protocollen.
In een advies van de Orde der Artsen van 18 juni 2002 wordt bepaald dat, indien de therapeutische of zorgrelatie tussen de zorgbehoevende en de arts tot stand komt net voor het begin van de raadpleging op afstand, de zorgbehoevende vooraf degelijk wordt geïnformeerd over de gevolgen van de totstandkoming van deze therapeutische of zorgrelatie en wordt de therapeutische of zorgrelatie op het einde van de raadpleging op afstand beëindigd, tenzij de zorgbehoevende uitdrukkelijk aangeeft deze therapeutische of zorgrelatie te willen bestendigen (a169012 - Teleconsultaties in het huidige zorglandschap – deontologische regels).
In dit geval kende Dr. X de jonge patiënt en zijn ouders niet. Door enkel een sms-bericht te sturen waarin hij aankondigt de nodige uitleg te kunnen verschaffen en een goede dienstverlening te verzekeren, waarna hij een sms stuurt met het bedrag dat zou betaald moeten worden, beantwoordt Dr. X hiermee niet aan de deontologische aanbevelingen.
5.
Daarnaast vroeg Dr. X de storting van een ereloon van 70 euro, zonder te verduidelijken waarop dit bedrag betrekking had en vooraleer de consultatie heeft plaatsgevonden.
Artikel 33 van de Code van medische deontologie bepaalt dat de arts zijn ereloon correct bepaalt en op basis van werkelijk geleverde prestaties. Hij dient de patiënt vooraf duidelijk te informeren over de bepaling van zijn ereloon.
Het feit dat de patiënt informatie vraagt omtrent de kostprijs verantwoordt niet dat er onmiddellijk een rekeningnummer in hetzelfde bericht wordt vermeld en een vraag om tot betaling over te gaan.
Bovendien wordt reeds een ereloon gevraagd voor een fysieke consultatie alvorens de videoconsultatie heeft plaatsgevonden en deze fysieke consultatie zou bevestigen. Als geconventioneerd arts dient hij zich te houden aan de tarieven bepaald per nomenclatuur. Voor een videoconsultatie bedraagt dit 26 euro (nomenclatuur 101695) en voor een fysieke raadpleging van een geaccrediteerd arts 49,77 euro (nomenclatuur 102572). Dit komt niet overeen met de bedragen zoals door Dr. X gevraagd. Dr. X schendt ook op dit vlak de eer en de waardigheid van het beroep van artsen.
6.
Niettegenstaande de beweerde goede bedoeling van Dr. X is het duidelijk dat zijn handelswijze voor achterdocht en wantrouwen heeft gezorgd bij de patiënt. Door zeer korte berichten te sturen, zich niet voor te stellen, onmiddellijk een betalingsverzoek te versturen die niet strookt met de teleconsultatie die zou plaatsvinden, en nadien de patiënt nog berichten te sturen die opdringerig overkomen, heeft Dr. X duidelijk een grens overschreden. Hij dient in te zien dat zijn communicatie naar ouders van patiënten niet gepast is.
7.
De provinciale raad acht de deontologische inbreuken om die redenen bewezen zodat een gepaste sanctie zich opdringt.
Door afwezig te zijn op de tuchtzitting toont Dr. X geen werkelijk schuldinzicht aan.
Gelet op al het voorgaande is de raad van oordeel dat een schorsing van één week een gepaste sanctie is in verhouding tot de ernst van de feiten.
Gelet op de art. 33 en 39 van Code van de medische deontologie van 2018, de artt. 6.2, 16, 19, 20, 22, 24 K.B. nr. 79 van 10.11.1967 en op de artt. 24, 25, 26, 28 van het K.B. van 6.02.1970;
Om deze redenen, de Raad,
Na te hebben beraadslaagd,
Rechtsprekend bij verstek, met de vereiste meerderheid ,
Verklaart de feiten bewezen en spreekt een schorsing van het recht om de geneeskunde uit te oefenen gedurende een week uit ten aanzien van Dokter X;
De rechtspleging verliep in het Nederlands en met gesloten deuren ».