Bescherming van de goederen van onbekwame personen - Omstandige geneeskundige verklaring - Honoraria attesterende arts
De directeur-generaal van een psychiatrisch ziekenhuis vraagt, via een provinciale raad, welke honoraria een huisarts mag aanrekenen voor het opstellen van de omstandige geneeskundige verklaring die bij het verzoekschrift tot toevoeging van een voorlopige bewindvoerder aan een onbekwame persoon moet worden gevoegd. Mag men zich voor de bepaling van deze erelonen baseren op de honoraria voor een huisbezoek?
Verder vraagt de directeur-generaal of de hoedanigheid van huisarts toelaat psychiatrische expertises uit te voeren.
Antwoord van de Nationale Raad:
De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 20 maart 1999 de bespreking verdergezet van uw aanvraag van 23 december 1998 aangaande het ereloon dat een huisarts mag vragen voor het verstrekken van een getuigschrift met het oog op de bescherming van de goederen van een onbekwaam persoon.
De huisarts die, op aanvraag van een ziekenhuisinstelling, een omstandige geneeskundige verklaring opstelt met het oog op de bescherming van de goederen van een geesteszieke, moet deze persoon onderwerpen aan een volledig onderzoek dat hem toelaat zijn gezondheidstoestand te beschrijven en zich uit te spreken over de noodzaak om een beroep te doen op de beschermingsmaatregelen.
Hij mag hiervoor een ereloon vragen, dat niet aangerekend kan worden aan de verzekeringsinstelling omdat het gaat om een gehospitaliseerde patiënt.
Wat betreft het vastleggen van de erelonen, moet de arts zich baseren op de van toepassing zijnde deontologische voorschriften (zie artikel 71 van de Code van geneeskundige Plichtenleer, waarvan u de tekst in bijlage vindt).
De provinciale raad waarin de arts ingeschreven is, is bevoegd om te beslechten in geschillen over buitensporig geachte erelonen.