keyboard_arrow_right
Deontologie

Inhoud medische attesten – arbeidsgeschiktheid onder voorwaarden.

De nationale raad van de Orde der artsen heeft in zijn vergadering van 15 november 2024 de vraag onderzocht of het opstellen van een getuigschrift van arbeidsgeschiktheid “onder voorwaarden” in overeenstemming is met de beginselen van medische deontologie betreffende het opstellen van medische documenten.

De nationale raad wordt ondervraagd door verschillende werkgevers die attesten ontvangen waarin de arts van de werknemer deze laatste arbeidsgeschikt verklaart mits een aanpassing van de werkomstandigheden plaatsvindt. Voorbeelden zijn de mogelijkheid tot telewerk, een aanpassing van de werkuren, het meer regelmatig kunnen opnemen van pauzes, het verrichten van fysiek lichtere taken, de aanpassing van het materieel, enz. De voorgestelde aanpassingen van de werkomstandigheden vinden plaats buiten het formeel re-integratietraject zoals bepaald in de Codex over het welzijn op het werk (art. I.4-72 e.v.).

Rekening houdend met de maatschappelijke en economische context, zoals de stijging van het aantal werknemers dat arbeidsongeschikt is, de nood aan flexibiliteit van de werkgever en de werknemer en de aandacht voor een betere balans tussen werk en privé, is de nationale raad van oordeel dat de dichotome benadering van arbeidsgeschikt of arbeidsongeschikt niet meer actueel is en het zowel voor de werkgever als voor de werknemer opportuun kan zijn dat de arts voorwaarden verbindt aan de arbeidsgeschiktheid, als alternatief voor de algehele arbeidsongeschiktheid.

Vanuit deontologisch perspectief dient de arts bij het opstellen van dergelijke getuigschriften een voorzichtige houding aan te nemen. De arts moet verantwoord attesteren, rekening houdend met het vertrouwen dat de maatschappij in hem stelt.

Concreet betekent dit dat hij:

  • in overleg met de patiënt, nagaat of de voorgestelde aanpassingen in de praktijk uitvoerbaar zijn;
  • de arbeidsarts-preventieadviseur betrekt in het proces, mits akkoord van de patiënt;
  • de voorgestelde aanpassingen beperkt in de tijd;
  • de gezondheidstoestand van de patiënt regelmatig her-evalueert.


Het staat de werkgever vrij om de voorgestelde aanpassingen van de werkomstandigheden al dan niet te aanvaarden.

Ten slotte moet de arts zich ervan vergewissen dat de patiënt zijn rechten en sociale voordelen behoudt indien de werkgever niet akkoord gaat met de voorwaarden tot aanpassing (bv. het behoud van zijn gewaarborgd inkomen). Om deze reden wordt aanbevolen een duidelijke formulering te hanteren.