keyboard_arrow_right
Deontologie

Medisch attest dat noodzakelijk is om een wapenvergunning te verkrijgen

De Nationale Raad van de Orde van geneesheren besprak de problematiek m.b.t. het medisch attest dat noodzakelijk is om een wapenvergunning in de zin van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens, te verkrijgen.

Advies van de Nationale Raad :

De Nationale Raad van de Orde van geneesheren besprak in zijn vergadering van 16 november 2013 de problematiek m.b.t. het medisch attest dat noodzakelijk is om een wapenvergunning in de zin van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens, te verkrijgen.

Krachtens artikel 11, § 3, 6°, van deze wet dient, opdat iemand een vergunning kan bekomen om in het bezit te zijn van een wapen, een medisch attest te worden voorgelegd "dat bevestigt dat de aanvrager in staat is een wapen te manipuleren zonder gevaar voor zichzelf of voor anderen".

In zijn advies van 3 maart 2007 "Het afleveren van medische attesten voor het bekomen van een vergunning tot het bezit of het dragen van een wapen" (TNR nr. 116, p. 3) en zijn advies van 21 februari 2009 "Afleveren van een medisch attest voor het bekomen van een vergunning tot het bezit of het dragen van een wapen (TNR nr. 125) betreurde de Nationale Raad de gekozen formulering van dit artikel. De Nationale Raad stelde dat kwalificatie "arts" niet de bevoegdheid met zich brengt het "in staat zijn een wapen te manipuleren" te attesteren. Een arts zou enkel kunnen attesteren dat de aanvrager geen fysieke of mentale tegenindicaties vertoont voor het voorhanden hebben van een wapen zonder gevaar voor zichzelf of voor anderen. In het vermelde advies van 21 februari 2009 nodigde de Nationale Raad de betrokken artsen vervolgens uit het bij dat advies toegevoegde model van attest te gebruiken dat geen melding maakt van het "in staat zijn een wapen te manipuleren".

Teneinde deze problematiek te verduidelijken werd hierover een brief gestuurd aan de Federale Wapendienst, van de FOD Justitie.

De Federale Wapendienst antwoordde zich bewust te zijn van de mogelijkheden en beperkingen van de (huis)arts en de verantwoordelijkheid die hij of zij in redelijkheid kan aangaan. Onder "in staat zijn een wapen te hanteren" wordt door de Federale Wapendienst verstaan "de afwezigheid van manifeste tegenindicaties zoals alcoholisme, depressie, afhankelijkheid van drugs of medicijnen die invloed kunnen hebben op het goed functioneren van lichaam en geest, geestesziekte, handicaps die beletten een wapen veilig te hanteren en dergelijke, waarvan de arts kennis heeft."

De Federale Wapendienst meldt in zijn antwoord bovendien dat een arts niet verantwoordelijk zal worden gesteld voor het gedrag van een patiënt dat zijn oorzaak vindt in een aandoening die hem niet bekend was en die hij in redelijkheid niet moest kennen toen het attest werd afgeleverd. De hoofdverantwoordelijkheid blijft bij de vergunningsverlenende overheid die, om met kennis van zaken te kunnen oordelen, behoefte heeft aan het standpunt van een arts.

De Federale Wapendienst benadrukt ten slotte dat een weloverwogen advies vrij vaak het verschil uitmaakt of een wapenvergunning wordt toegekend aan iemand die bij de Federale Wapendienst niet gekend is, maar waarover hij toch dient te oordelen of deze persoon het vertrouwen van de maatschappij waardig is. Het belang van het medisch attest mag bijgevolg niet onderschat worden.

report_problem
Dit advies vervangt de adviezen d.d. 03.03.2007 (a116002) en d.d. 21.02.2009 (a125010).
info_outline
Publicatiedatum

16/11/2013

Documentcode

a143017