Medische getuigschriften voor schoolverzuim
De voorzitter van de Commissie voor Advies der Geneesheren van de PMS-Centra van de Franstalige Gemeenschap, verzoekt de Nationale Raad - eens te meer - alle confraters nogmaals te herinneren aan de deontologische regels inzake het verstrekken van medische getuigschriften.
Antwoord en advies van de Nationale Raad:
Ingaand op het verzoek geformuleerd in uw brief van 5 mei 1993, heeft de Nationale Raad in zijn vergadering van 18 september 1993 een bespreking gewijd aan de problematiek van het afleveren van medische getuigschriften ter rechtvaardiging van schoolverzuim.
De Nationale Raad heeft in deze materie vroeger reeds verscheidene adviezen uitgebracht (zie bijlagen). Deze adviezen zijn thans nog steeds onverkort geldig. De Nationale Raad zal de artsen hieraan herinneren via zijn trimestrieel Tijdschrift.
Advies van de Nationale Raad van 16 september 1989:
Behoudens weglating van de navolgende alinea, werd het advies dat door de Provinciale raad van Henegouwen werd voorgelegd, door de Nationale Raad tijdens de vergadering van 16 september 1989 goedgekeurd: "Waarom kunnen de patiënt of de ouders van het kind de verantwoordelijkheid niet op zich nemen voor moeilijk door de geneesheer te objectiveren verklaringen of feiten ? Laatstgenoemde kan zijn verklaring bijvoorbeeld als volgt formuleren: "Ik ondergetekende, verklaar dat X mij meedeelt...".
Advies van de Provinciale Raad van Henegouwen:
Niet zelden wordt onze Raad geïnterpelleerd over de problematiek omtrent getuigschriften, vrijstellingen en attesten met een "sociaal-economisch" oogmerk, die in schoolverband worden gevraagd.
Vooral algemeen geneeskundigen worden dikwijls verzocht de hiernavolgende getuigschriften af te leveren:
- getuigschrift van vrijstelling van gymnastiek-, zwem- of andere sportlessen
- getuigschriften van vrijstelling van lessen om verzuim te dekken dat niet altijd medisch gerechtvaardigd is en soms buiten het weten om van de ouders wordt gepleegd, maar met vaststaande gevolgen op school en financiële gevolgen (examens, diploma's, kinderbijslag,...)
- getuigschriften van vrijstelling of uitstel van examens tijdens de universitaire examenperiode (herexamenperiode, studiebeurzen, enz.)
- getuigschriften van ziekteverlof van het onderwijzend personeel (afwezigheid van minder dan 15 dagen geeft geen recht op een interimaris, vandaar de druk die door de schooldirecties wordt uitgeoefend)
- getuigschriften van verlof van één van de ouders wiens aanwezigheid bij het zieke kind vereist of gewoon wenselijk is - getuigschrift van vrijstelling van dans-, muziekles, enz. wat de ouders toelaat de kosten van bedoelde lessen terug te vorderen - getuigschriften van aanvraag tot toelating tot het bijzonder onderwijs (verdrievoudigde kinderbijslag)
- enz.
Vastgesteld wordt dat het niet zelden getuigschriften betreft die recht geven op diverse, in de sociale wetgeving of in bijzondere reglementeringen bepaalde voordelen, die werden vastgesteld zonder voorafgaandelijk overleg met, noch de goedkeuring van het medisch korps.
Aldus wordt de geneesheer, onder het bedrieglijke en riskante voorwendsel van zijn sociale rol, gelast toezicht te houden op bedoelde reglementeringen, die niets met zijn kunde te maken hebben.
Bij ontstentenis van enige medisch-sociale consensus valt te betreuren dat gestadig meer getuigschriften van allerlei aard worden afgeleverd, waardoor de geneesheer t.o.v. zijn patiënt, aan wie hij verantwoorde bijstand is verschuldigd, soms met een moeilijke situatie wordt geconfronteerd.
De provinciale raad achtte het nuttig de in deze materie geldende beginselen te preciseren en te nuanceren, die in de dagelijkse praktijk niet zelden aanleiding tot geschillen geven. Er weze op gewezen dat elk medisch getuigschrift, dat immers door de eer en de verantwoordelijkheid van de arts die het ondertekent wordt gewaarborgd, waarheidsgetrouw en gewetensvol moet worden opgemaakt.
Het getuigschrift moet worden gedagtekend op de dag dat het wordt opgemaakt, van een handtekening worden voorzien en met een stempel worden gewaarmerkt.
Dc wederzijdse vertrouwensrelatie die de grondslag is van elke arts-patiënt relatie moet tevens worden gewaarborgd.
Bepaalde klachten of feiten zijn door de arts inderdaad moeilijk te objectiveren en derhalve kan de arts uitsluitend op grond van de kwaliteit van de relatie met de patiënt, zijn beleid bepalen.
Elke practicus wordt aangeraden omzichtig en gewetensvol te handelen.
Er weze eveneens op gewezen dat een getuigschrift van "goede gezondheid" eerst na een grondig onderzoek mag worden afgeleverd.
Advies van de Nationale Raad van 16 februari 1991:
1 . Op 25 augustus 1990 werd de Nationale Raad door een Provinciale Raad om advies verzocht aangaande de rechtmatigheid van een getuigschrift dat door een geneesheer verstrekt werd om een afwezigheid op school te rechtvaardigen. Het bewuste getuigschrift voerde "familiale omstandigheden" aan (Tijdschrift nr. 50, blz. 16).
Na enige briefwisseling met de Administratie in verband met het specifiek karakter van de geneeskundige getuigschriften in schoolverband, heeft de Provinciale Raad zijn standpunt medegedeeld aan de Algemeen Directeur van het kleuter- en basisonderwijs (F) en aan de Nationale Raad.
Na een gedachtenwisseling stemt de Nationale Raad in met het standpunt van de Provinciale Raad.
Advies van de Nationale Raad:
Net zoals u is de Nationale Raad van oordeel dat het geneeskundig getuigschrift enkel voor een medisch feit van doorslaggevende waarde is. Andere feiten die enkel door de geneesheer vermeld worden, gelden slechts als gewone inlichtingen waarover de Administratie vrij kan oordelen.
Advies van de Provinciale Raad van Henegouwen:
Wij menen dat het essentieel is een geneeskundig getuigschrift te definiëren. Het is een getuigschrift dat ertoe strekt een feit van medische aard vast te stellen of te verklaren. Dit geneeskundig getuigschrift dat opgesteld, gedateerd en ondertekend wordt door de geneesheer, moet volledig stroken met de waarheid en het mag enkel berichten over de vaststellingen die gedaan werden tijdens het onderzoek. Doch bij de uitoefening van zijn beroep wordt de geneesheer soms, zonder dat het om een feit van medische aard gaat, verzocht een attest te schrijven. De geneesheer kan in het bijzonder in schoolverband en op verzoek van de ouders of van de wettelijke voogd, het bestaan van religieuze overtuigingen of van familiale omstandigheden weergeven. Het gaat in dit geval louter om motieven die een feitelijke situatie verklaren en zeker niet om medische rechtvaardigingen. Wij sluiten ons aan bij de verklaringen van de kantonnale inspecteur, volgens welke een dergelijk document opgesteld had kunnen zijn door een persoon die de kwalificatie van geneesheer niet heeft, maar die op de hoogte is van de bewuste motieven.
Het bestuurslichaam moet de gegrondheid van deze motieven nagaan en de beslissing nemen die, in het onderhavige geval, niet onder de bevoegdheid valt van de geneesheer.
De geneesheer kan natuurlijk weigeren een dergelijk getuigschrift op te stellen, maar dit zou niets veranderen aan de zaak. Onze Code van geneeskundige Plichtenleer bepaalt namelijk in art. 99: "de geneesheer moet zowel de onaantastbare rechten van de menselijke persoon eerbiedigen als zijn plichten tegenover de gemeenschap vervullen".
Zo is het dus noodzakelijk en essentieel een onderscheid te maken tussen het geneeskundig getuigschrift en het attest dat in een concreet geval door een geneesheer wordt opgesteld voor feiten die geen rechtstreeks verband houden met de geneeskunde.
Een geneeskundig getuigschrift stelt de geneesheer verantwoordelijk en de beslissing valt onder zijn bevoegdheid. Het attest dat niet beantwoordt aan de definitie van het geneeskundig getuigschrift, is de uiteenzetting van de motieven die voorgelegd worden aan het bestuurslichaam dat de enige bevoegde is om een beslissing te nemen.
Uit de informatie waarover wij beschikken, blijkt dat de inrichtende macht in heel wat scholen aan de ouders vraagt om een afwezigheid van drie dagen of meer te rechtvaardigen door middel van een "geneeskundig getuigschrift".
Onze Raad behoudt zich het recht voor om de gevallen die hem medegedeeld worden te onderzoeken en om de oordeelkundige maatregelen te treffen.
In het geval waarop U de aandacht vestigt, vindt er geen machtsmisbruik plaats. In het ergste geval zou er sprake kunnen zijn van een bevoegdheidsoverschrijding in die zin dat het niet de taak is van een geneesheer andere dan geneeskundige attesten te verstrekken. In dit geval ligt de beoordelingsbevoegdheid volledig bij de instelling zelf.
2 . Een Provinciale Raad verzet zich tegen een omzendbrief van de directie van een school. De bewuste omzendbrief laat de ouders weten dat de opvang in een internaat terugbetaald wordt voor een afwezigheid wegens ziekte gedurende een welbepaalde periode. Hij verzoekt de ouders de afwezigheid te rechtvaardigen door middel van een geneeskundig getuigschrift. Volgens de Provinciale Raad zet de bewuste omzendbrief de geneesheren ertoe aan welwillendheidsattesten op te stellen.
Advies van de Nationale Raad:
De Nationale Raad is de mening toegedaan dat het geneeskundig getuigschrift enkel voor een medisch feit van doorslaggevende waarde is .
De geneesheren moeten medische feiten vaststellen. Het spreekt vanzelf dat zij geen welwillendheidsattesten mogen verstrekken.
3 . De Gemeenschapsminister van Onderwijs(N), de heer Coens, verzoekt de Nationale Raad de geneesheren nogmaals uitdrukkelijk te wijzen op de regels die zij dienen te eerbiedigen aangaande de geneeskundige getuigschriften in schoolverband.
De Minister heeft vernomen "dat sommige artsen familiaal verlof voorschrijven aan leerplichtige migrantenmeisjes".
Ofschoon de Minister ervan overtuigd is dat de artsen te goeder trouw handelen, wenst hij op te merken dat de geneesheer enkel een afwezigheid wegens ziekte of ongeval kan attesteren. .
Antwoord van de Nationale Raad aan Minister Coens:
De Nationale Raad deelt volkomen Uw mening.
We stellen echter vast dat schooldirecties druk uitoefenen om medische attesten te bekomen die een periode van afwezigheid moeten dekken .
De Raad wenst dat adminstratieve documenten niet op de een of andere wijze als een aanzetting tot het afleveren van welwillendheidsattesten zouden overkomen.