Weigering van medische attesten - Vreemdelingen
De Nationale Raad werd om advies gevraagd in volgende zaak :
De vreemdelingen vragen aan hun (behandelende) arts een omstandig medisch attest om een verblijfstatus op basis van artikel 9 ter van de Vreemdelingenwet aan te vragen op basis van hun gezondheidstoestand, daar het onmogelijk is om (evenwaardige) zorgen te krijgen in zijn/haar thuisland. Het starten van deze procedure zal mits een medisch attest en een identiteitsdocument aanleiding geven tot een voorlopige verblijfvergunning voor bepaalde tijd, telkens verlengbaar met drie maanden tot de beslissing ten gronde.
In sommige gevallen zal deze procedure nooit tot een definitieve regularisatie leiden. Het uitschrijven van deze medische attesten zijn niet altijd gerechtvaardigd, daar sommige van de aanvragers nauwelijks of geen gezondheidsproblemen hebben.
Mogen (behandelende) artsen weigeren medische attesten te schrijven, wanneer deze attesten ongegrond zijn?
Advies van de Nationale Raad :
In zijn zitting van 21 maart 2009 heeft de Nationale Raad van de Orde van geneesheren uw mail van 1 december 2008 betrefffende uw vraag bestudeerd om medische attesten te weigeren wanneer deze niet gerechtvaardigd zijn.
De Nationale Raad herinnert aan zijn advies van 28 juli 2007 betreffende medische attesten, dixit-attesten en geantedateerde attesten (TNR nr.117, p. 13).
Dit advies bepaalt dat “een medisch attest een getuigschrift is dat een feit van medische aard vaststelt en bevestigt op grond van eigen ondervraging en onderzoek. Het wordt afgeleverd door de arts die het feit zelf heeft vastgesteld. Het medisch attest dient vanzelfsprekend volledig waarheidsgetrouw te zijn en houdt alleen medische vaststellingen over de patiënt zelf in. Elk medisch getuigschrift, dat immers door de eer en de verantwoordelijkheid van de arts die het ondertekent wordt gewaarborgd, moet waarheidsgetrouw en gewetensvol worden opgemaakt. Het getuigschrift moet worden gedagtekend op de dag dat het wordt opgemaakt, van een handtekening worden voorzien en met een stempel worden gewaarmerkt.
Onder die voorwaarden geniet het medisch attest onbetwistbaar het vermoeden van geloofwaardigheid.
Artikel 67 van de Code van geneeskundige plichtenleer stelt dat de arts het recht heeft, maar niet verplicht is aan een patiënt, die hem erom verzoekt, een getuigschrift betreffende zijn gezondheidstoestand te overhandigen. De arts mag een getuigschrift weigeren.
Wanneer een patiënt om een getuigschrift verzoekt met het oog op sociale voordelen, mag de arts hem dit getuigschrift afleveren maar moet hij het voorzichtig en discreet opstellen; hij mag dit getuigschrift, met de goedkeuring van zijn patiënt of diens naastbestaanden, zo nodig ook rechtstreeks, overhandigen aan de arts van de instelling waarvan de toekenning van bedoelde sociale voordelen afhangt.”
De Nationale Raad is van mening dat de behandelende arts, die niet ingaat op het verzoek van de patiënt om een attest over zijn gezondheidstoestand, hiervoor een gegronde reden dient te hebben en deze ook kenbaar dient te maken aan de patiënt.
De Nationale Raad meent dat in dit specifiek geval de arts moeilijk een medisch attest kan weigeren. In de procedure dient de definitieve beslissing genomen te worden door een daartoe aangestelde arts.