keyboard_arrow_right
Deontologie

Microprocessorkaart

Door de Minister van Sociale Zaken wordt voor advies de tekst voorgelegd van een pilootstudie inzake het gebruik van microprocessorkaarten in de medische sector.

Advies van de Nationale Raad:

ln antwoord op Uw brief van 28 oktober 1988 aangaande het gebruik van een microprocessorkaart in de medische sector, doet de Nationale Raad U het antwoord toekomen dat op 7 september 1988 ter attentie van Dr Drumaux van het Ministerie van de Franse Gemeenschap werd geformuleerd.

De principiële bezwaren die op dit ogenblik kunnen worden opgeworpen m.b.t. het gebruik, op grote schaal, van een microprocessor waarin de belangrijkste gegevens van het medisch dossier zijn opgeslagen, zijn de volgende:

1‑ Het ontbreken in ons land van een wet op de bescherming van de privacy en meer bepaald, de vrijwaring van de dossiers die in computers zijn opgeslagen.

De recente gebeurtenissen hebben eens te meer aangetoond dat het volkomen illusoir is te menen dat de vertrouwelijkheid van de opgeslagen gegevens kan worden gewaarborgd.

2‑ Technisch gesproken blijkt, dat een moderne en efficiënte wachtdienst slechts correct kan functioneren in een ziekenhuis dat uitgerust is om binnen de kortste tijd, zowel bij dag als bij nacht, de essentiële onderzoekingen te verrichten.

In de praktijk worden de meeste onderzoekingen uitgesteld zelfs indien de patiënt precieze gegevens over zijn gezondheidstoestand op zich draagt. De verantwoordelijkheid van de artsen staat op het spel indien zij zonder verdere controle dergelijke documenten vertrouwen. Het is algemeen geweten dat de bloedgroep vermeld op identificatiepapieren zelfs in geval van een dringende bloedtransfusie, steeds wordt nagetrokken.

3- Een aantal gegevens zullen in de praktijk nooit op de urgentiekaarten worden vermeld: alcoholisme, AIDS, schizofrenie, toxicomanie e.d. De zieke heeft het volste recht er bij zijn arts op aan te dringen deze gegevens van de kaart te verwijderen.

4‑ De efficiëntie van het systeem kan slechts worden geëvalueerd indien alle artsen en alle ziekenhuizen worden uitgerust met een magneetbandlezer en over toegangskaarten beschikken. Dat veronderstelt evenwel een enorme investering die niet tegen de voordelen van het systeem opweegt. Er mag daarbij niet uit het oog worden verloren dat de microprocessorkaart niet alleen moet gelezen maar tevens vervolledigd of gecorrigeerd kunnen worden door alle gebruikers van het systeem.

5‑ Een niet‑medische kwestie is de monopoliepositie die aan één computerbedrijf zou worden toegekend, monopoliepositie die bovendien aanleiding geeft tot onredelijke kosten.

De meest cruciale vraag komt vanzelfsprekend van de gebruikers zelf: welke personen krijgen toegang tot de magneetkaarten en hoe kan de toegang aan anderen worden ontzegd ?

Volgens de pilootstudie zouden de initiatiefnemers zelf de terminals plaatsen in de transfusiecentra en het hulpcentrum 900. Dat voorbeeld is treffend: het is precies in dergelijke centra dat een urgentiekaart het minst nuttig is. Een transfusiecentrum en de dispatching 900 moeten het dossier van de patiënt niet kennen om in te grijpen.

Het is voor ons onmogelijk om in te staan voor een (gratis ?) verdeling van terminals onder alle artsen aangezien een aantal onder hen werkzaam zijn als deskundigen en het beroepsgeheim met hen niet mag worden gedeeld. Aangezien een reeks van deze artsen slechts occasioneel als deskundige optreedt, kan bovendien geen volledige lijst van de geneesheren‑deskundigen worden opgesteld.

Voorts zullen de werkgevers dankbaar gebruik maken van een dergelijke kaart ! De werkzoekende die weigert zijn kaart aan de werkgever of de bedrijfsarts voor te leggen, zal zeker niet worden aangeworven.

Het kan niet genoeg worden onderstreept dat het bijna volstrekt onmogelijk is personen die over een PC beschikken de toegang tot andere systemen te ontzeggen: de gemiddelde intelligente gebruiker van een PC kan zichzelf toegang verschaffen tot de meeste kaarten, ongeacht de gebruikte beveiligingen.