keyboard_arrow_right
Deontologie

Bewaring medische dossiers

De Nationale Raad wordt door een provinciale raad om advies verzocht aangaande de termijn en de bewaringswijze van ziekenhuisdossiers. Mag het origineel dossier worden vernietigd nadat het op microfilm en/of tape werd opgeslagen ?

Naar aanleiding van een parlementaire vraag (vraag nr 61 van de heer Van Parys van 10 november 1988) met betrekking tot de bewaring van medische dossiers in ziekenhuizen, werd op afdoende wijze door de minister geantwoord.

Advies van de Nationale Raad:

De Nationale Raad herinnert eraan dat krachtens artikel 2262 van het Burgerlijk Wetboek, "alle rechtsvorderingen, zowel zakelijke als persoonlijke, verjaren door verloop van dertig jaren". De medische dossiers in ziekenhuizen dienen bijgevolg gedurende een periode van dertig jaar te worden bewaard. Ingesloten wordt U ter informatie de tekst overgemaakt van het antwoord van de minister van Sociale Zaken op een parlementaire vraag betreffende de bewaring van medische dossiers.

Vragen en Antwoorten ‑ Kamer:
Vraag nr 61 van de heer Van Parys van 10 november 1988 (N): Ziekenhuizen ‑ Bewaring van medische dossiers

Antwoord:
Ik heb de eer het geacht lid de gewenste inlichtingen te verstrekken.
Ingevolge artikel 15 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, moet voor elke patiënt een medisch dossier worden aangelegd en in het ziekenhuis worden bewaard.

Artikel 6, 4° van het Koninklijk Besluit van 15 december 1987 houdende uitvoering van de artikels 13 tot en met 17 van de wet op de ziekenhuizen, zoals gecoördineerd door het Koninklijk Besluit van 7 augustus 1987 bepaalt dat de hoofdgeneesheer er moet over waken dat maatregelen worden genomen om een medisch dossier, als onderdeel van het patiëntendossier, voor elke patiënt aan te leggen en in het ziekenhuis te bewaren.

Artikel 46 van de Code van geneeskundige Plichtenleer bepaalt dat de geneesheer de medische dossiers gedurende 30 jaar moet bewaren; desgevallend moet hij erop toezien dat de dossiers derwijze worden vernietigd dat het beroepsgeheim gewaarborgd blijft.

Ik wijs er het geacht lid evenwel op dat de openbare ziekenhuizen onderworpen zijn aan de archiefwet van 24 juni 1955 en, zelfs na 30 jaar, de toestemming van de algemene rijksarchivaris of van zijn gemachtigde moeten vragen alvorens de medische dossiers te mogen vernietigen.
Voor nadere vragen omtrent de toepassing van de archiefwet op openbare ziekenhuizen verwijs ik het geacht lid naar de minister van Buitenlandse Zaken die de voogdijminister is voor alle wetenschappelijke instellingen van de staat opgesomd in het Koninklijk Besluit van 27 mei 1988.

Voor wat betreft de medische dossiers die op microfiche worden geplaatst of op een andere wijze worden verwerkt wijs ik het geacht lid erop dat in geval van een gerechtelijke procedure en, vermits het om niet‑originele documenten gaat, problemen inzake bewijskracht kunnen rijzen.