keyboard_arrow_right
Deontologie

De geneesheer-apotheker

De geneesheer‑apotheker

Mag een arts in het bezit van een diploma van apotheker en ingeschreven op de lijst van zowel de Orde van geneesheren als de Orde van apothekers, in een apotheek vervangingen uitvoeren en zo ja, onder welke voorwaarden ?

Uit het nader onderzoek van deze aangelegenheid blijkt dat het een arts, conform artikel 1 van de wet van 12 april 1958, verboden is gelijktijdig beide professies uit te oefenen. Het is daarentegen niet zo evident deze gelijktijdigheid te controleren wanneer de arts in een apotheek een vervanging verricht tijdens zijn vakanties.

Antwoord van de Nationale Raad aan de Orde van apothekers:

Met referte aan uw schrijven aangaande de medisch‑farmaceutische cumulatie, heb ik de eer U te laten weten dat de Nationale Raad, in zijn vergadering van 15 november 1986, deze problematiek heeft onderzocht.

De Raad verwijst naar artikel 1 van de Wet van 12 april 1958 betreffende de medisch‑farmaceutische cumulatie die de gelijktijdige uitoefening van de geneeskunde en van de artsenijbereidkunde verbiedt, zelfs aan de houders van diploma's die het recht verlenen elk dezer beroepen uit te oefenen.

Om de provinciale raad van de Orde daarnaast in staat te stellen te oordelen of betrokkene op deontologische gronden vervangingen mag uitvoeren in een apotheek, wenst de Nationale Raad over de concrete gegevens te beschikken die aan de bevoegde provinciale raad zullen worden overgemaakt.

Mag ik U derhalve verzoeken mij nadere gegevens te willen mededelen ?