keyboard_arrow_right
Deontologie

Afwezigheidsattest "Pers 16"

Een provinciale raad heeft de problematiek van het afwezigheidsattest "Pers 16", meer bepaald de op dit formulier aan te brengen stempel van de arts, besproken. (Zie de adviezen van de Nationale Raad van 20 april 1996, Tijdschrift Nationale Raad, nr 73, 15 en van 22 maart 1997, Tijdschrift Nationale Raad, nr. 78, 18.)$
De provinciale raad vraagt de mening van de Nationale Raad over zijn standpunt dat bij het invullen van attesten die in handen komen van niet-artsen, slechts de naam en het Riziv-nummer van de arts zouden moeten vermeld worden.

Advies van de Nationale Raad:

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 20 september 1997 uw vraag van 16 juni 1997 onderzocht.

De Nationale Raad is de mening toegedaan dat het de geneesheer vrijstaat zijn discipline al dan niet op zijn stempel te vermelden. Het inschrijvingsnummer bij de Orde is niettemin noodzakelijk.

Advies van de Nationale Raad van 20 april 1996

De Nationale Raad van de Orde der geneesheren heeft in zijn vergadering van 20 april 1996 uw voormeld schrijven, met bijlagen, besproken.

Hij stelt vast dat de authenticiteit -en de inhoud- van een medisch attest enkel kan gewaarborgd worden door het aanbrengen van zijn stempel door de behandelende geneesheer.

De enige mogelijkheid om de door u aangewezen privacy-aantasting te ontgaan lijkt erin te bestaan dat het afwezigheidsattest door uw behandelende huisarts zou opgesteld en afgeleverd worden. Hierbij zal wel onvermijdelijk de identiteit van uw behandelende huisarts gekend zijn, doch zal geen gegeven de aard van de uw afwezigheid rechtvaardigende aandoening aanwijzen.

Advies van de Nationale Raad van 22 maart 1997

Naar aanleiding van uw brief van 17 december 1996, met referentie JF/BP/96/1468, wil de Nationale Raad er u aan herinneren dat zijn advies van 20 april 1996 betreffende het afwezigheidsatttest "Pers 16" een concrete vraag van een patiënt betrof. Dit advies dient dan ook binnen de perken van dit concrete geval te worden geïnterpreteerd.

Over het algemeen is het uiteraard zo dat de behandelende arts, huisarts of specialist, zelf verantwoordelijk is en blijft voor het opstellen van het arbeidsongeschiktheidsattest van zijn patiënt.
Deze verantwoordelijkheid kan niet worden afgewenteld op collega's die niet tussengekomen zijn of niet tussenkomen in de behandeling.