keyboard_arrow_right
Deontologie

Arbeidsonbekwaamheid en psychiatrische afdelingen

Welke inlichtingen mogen door de geneesheren verbonden aan de psychiatrische afdelingen van penitentiaire inrichtingen of instellingen van sociaal verweer medegedeeld worden aan de geneesheren adviseurs die over de arbeidsongeschiktheid van de patiënten aldaar moeten oordelen ?

Op 15 maart 1980 antwoordt de Nationale raad dat de geneesheer adviseur op grond van artikel 58 a en b (*) van de Code van geneeskundige Plichtenleer, recht heeft op de vereiste informatie teneinde zijn opdracht naar behoren te kunnen vervullen en dat de behandelende geneesheer verplicht is deze gegevens aan de geneesheer adviseur mede te delen.

(*) Artikel 58: Binnen uitdrukkelijk vastgelegde perken, gelden wettelijke uitzonderingen voor de hierna opgesomde gevallen. De geneesheer moet in geweten oordelen of hij door het beroepsgeheim toch niet wordt verplicht bepaalde gegevens niet mede te delen.

a) Het verstrekken van inlichtingen, in het kader van de wetgeving op de ziekte en invaliditeitsverzekering, aan de geneeheren inspekteurs van de dienst voor geneeskundige kontrole van het RIZIV, in zoverre die inlichtingen noodzakelijk zijn voor hun kontrole opdracht en binnen de perken ervan blijven.

Het verstrekken van deze inlichtingen en het aanwenden ervan door de geneesheren inspekteurs zijn onderworpen aan het eerbiedigen van het beroepsgeheim.

b) Het verstrekken van inlichtingen of medische gegevens over de verzekerde, aan de geneesheren adviseurs van verzekeringsinstellingen tegen ziekte en invaliditeit en binnen de perken van de medisch sociale raadplegingen.

De geneesheer adviseur van een verzekeringsinstelling is zoals elke andere geneesheer, gebonden door het beroepsgeheim; hij moet aan die instelling uitsluitend zijn besluiten op administratief vlak mededelen.