Beroepsgeheim – Informatie aan de VDAB betreffende de arbeidshandicap
Door een Provinciale raad wordt nadere informatie gevraagd nopens het advies van 30 april 2011 van de Nationale Raad aangaande de informatie aan de VDAB betreffende arbeidshandicap.
Advies van de Nationale Raad :
In zijn vergadering van 29 oktober 2011 heeft de Nationale Raad van de Orde van geneesheren uw schrijven van 19 mei 2011 besproken.
De term "bevrijdende toestemming" als factor die belet dat het misdrijf, met name de schending van het beroepsgeheim, tot stand komt, werd reeds verscheidene malen aangehaald door verschillende gezaghebbende instanties en auteurs 1,2,3.
De interpretatie van de bevrijdende toestemming ten opzichte van het artikel 64 van de Code van geneeskundige plichtenleer is tweeledig. Enerzijds bestendigen de voorwaarden gekoppeld aan de bevrijdende toestemming het artikel 64 van de Code van geneeskundige plichtenleer, meer bepaald dat een verklaring van de patiënt op zich onvoldoende is om de arts van zijn zwijgplicht te ontslaan. Anderzijds werkt de Nationale Raad aan een herwerking van de Code van geneeskundige plichtenleer, waarbij hij rekening zal houden met de weerslag van de maatschappelijk evolutie betreffende de invulling van het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt omtrent zijn informationele privacy.
De summiere vraagstelling ter toetsing van de stukken die reeds door de patiënt aan de bevoegde diensten van de VDAB geleverd werden onderstrepen de centrale en begeleidende rol van de behandelende arts eerder dan deze een rol van deskundige toe te meten.
-------------------------------------------------------------
1. R. v. St. 27 november 1992, nr. 41.211, R.A.C.E.1992.
2. Verklaring van Amsterdam. A declaration on the promotion of patient's rights in Europe, 28-29 march1994, WHO, Regional Office of Europe.
3. Van der Straete I., Put J., Beroepsgeheim en hulpverlening (2005), Brugge, Die Keure, p. 190.