keyboard_arrow_right
Deontologie

Beroepsgeheim - Medische expertises

Beroepsgeheim ‑ Medische expertises

Een geneesheer die expertises uitvoert bezorgt zijn provinciale raad een nota van de procureur‑generaal, die hiertoe toestemming verleend heeft. Deze nota die gericht is aan de procureurs des Konings en aan de arbeidsauditoren heeft betrekking op het beroepsgeheim in het raam van medische expertises. Volgens de provinciale raad zijn bepaalde punten van deze nota weinig verenigbaar met de geneeskundige plichtenleer. Bovendien vraagt hij de Nationale Raad om advies betreffende een akkoord dat tot stand gekomen is tussen de geneesheren‑ deskundigen en de provinciale raad van de Orde.

Advies van de Nationale Raad aan de provinciale raad:

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 22 augustus 1992 kennis genomen van uw brief van 11 mei 1992 die enkele bedenkingen oproept.

1. Het document van Procureur‑generaal X werd uitvoerig bestudeerd door het Bureau teneinde een antwoord te kunnen verstrekken op uw opmerkingen.

2. Als bijlage vindt u de omzendbrief van 9 november 1951, uitgaande van Procureur‑generaal Y, aangaande "de huiszoeking in geneeskundige kabinetten, klinieken en gasthuizen".
Deze omzendbrief, die het resultaat is van een gemeenschappelijk standpunt van de Nationale Raad en van de Procureurs‑generaal, vormt nog steeds de basistekst in het kader van de huiszoeking.
Tevens zenden wij u bijgaand de nota die door Dr. FARBER opgesteld werd op 14 september 1985 en in feite een praktische leidraad vormt.

3. In verband met het akkoord dat tot stand gekomen is tussen de geneesheren‑deskundigen en de Provinciale Raad van de Orde, wensen wij de volgende opmerkingen te formuleren:

a) De geneesheer‑deskundige kan de behandelende geneesheren niet rechtstreeks verzoeken om medische gegevens (noch objectieve noch andere), aangezien de behandelende geneesheren gebonden zijn door het medisch geheim. De documenten die noodzakelijk zijn voor de expertise dienen aangevraagd te worden door de patiënt. De patiënt kan een geneesheer niet ontslaan van zijn verplichting tot geheimhouding. De behandelende geneesheren mogen de patiënt die hen erom verzoekt de noodzakelijke objectieve documenten overhandigen. De patiënt geeft deze (eventueel in de vorm van een kopie) door aan de geneesheer‑deskundige. Het medisch geheim mag niet afgewend worden van zijn doel.

b) In de burgerlijke rechtspleging dient de expertise, met inbegrip van de bestudering van het dossier, op tegenspraak te gebeuren.

c) De geneesheer‑deskundige dient erop toe te zien geen elementen aan te wenden die geen verband houden met de zaak. Hij mag zijn lastgever niet op de hoogte brengen van feiten die hij verneemt buiten het precieze kader van zijn opdracht.