keyboard_arrow_right
Deontologie

Beroepsgeheim - Rijkswacht

In zijn vergadering van 14 september 1991 heeft de Nationale Raad zijn goedkeuring gehecht aan het antwoord dat de Provinciale Raad van Henegouwen wenste te verstrekken op de vraag of een geneesheer de naam van een patiënt die verdacht wordt van diefstal, mag mededelen aan de rijkswacht.

Advies van de PR Henegouwen:

Wij hebben uw brief die wij op 14 juni laatstleden ontvangen hebben, met veel belangstelling gelezen.

In die brief formuleert u een zeer concrete vraag, namelijk of het u toegestaan is aan de rijkswacht de identiteit bekend te maken van de enige en laatste patiënt die u tijdens het spreekuur van donderdag 16 mei gezien hebt.

Het door u voorgelegde probleem is zeer complex en vergt absoluut een genuanceerd antwoord.

Artikel 57 van de Code van Plichtenleer geeft een zeer uitgebreide definitie van dit beroepsgeheim dat "alles omvat wat de geneesheer heeft gezien, gehoord, vernomen, vastgesteld, ontdekt of opgevangen tijdens of bij gelegenheid van de uitoefening van zijn beroep".

Volgens deze bepaling is de naam van de patiënten die u tijdens het spreekuur ziet, een inlichting die onder het beroepsgeheim valt en in principe niet bekend gemaakt mag worden.

In het onderhavige geval wordt u echter om strafrechtelijke inlichtingen verzocht in het kader van een geschil waarbij twee van uw patiënten, de ene als slachtoffer, de andere als dader, betrokken zouden kunnen zijn.

In principe wordt u het verbod opgelegd bij de rechterlijke instanties aangifte te doen van een strafbaar feit waarvan u bij de uitoefening van uw beroep kennis genomen zou hebben, en dit geldt in de eerste plaats voor de naam van de patiënt die u verdenkt.

In het geval dat u ons voorlegt zou u zich kunnen verschansen achter het beroepsgeheim om de identiteit van uw laatste patiënt van 16 mei niet bekend te moeten maken aan de rijkswacht.

Geheel anders zou het geweest zijn indien de betrokken zaak toevertrouwd werd aan een onderzoeksrechter die in uw praktijkruimte zou kunnen overgaan tot een huiszoeking en inbeslagneming.
Bovendien zou het slachtoffer van de diefstal u onmiddellijk aansprakelijk kunnen stellen op grond van bedrieglijke diefstal.

Wij zijn steeds bereid u bijkomende inlichtingen te verschaffen.