keyboard_arrow_right
Deontologie

Centrale honorariuminning

Centrale honorariuminning ‑ Medisch geheim

Het Vlaams Artsensyndicaat vraagt naar de zienswijze van de Nationale Raad m.b.t. de naleving van het medisch beroepsgeheim bij de centrale honorariuminning in de ziekenhuizen in het kader van de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen die op 6 mei 1988 van kracht wordt.

Het Vlaams Artsensyndicaat doet opmerken dat de werking van deze centrale inningsdienst mede onder toezicht staat van de ziekenhuisbeheerder; voorts heeft ook de bedrijfsrevisor een controleopdracht en in geval van betwistingen zullen bovendien niet alleen de controlediensten van de Directe Belastingen maar mogelijk ook de gerechtelijke overheid de boekhouding opvragen.

De vraag is nu of de centrale inningsdienst met een open boekhouding in de documenten de naam van patiënten en de verstrekkingen mag vermelden. Maakt de arts die verantwoordelijk is voor de centrale inning zich zodoende niet schuldig aan schending van het medisch beroepsgeheim ?

Advies van de Nationale Raad:

De Nationale Raad is de mening toegedaan dat als de naam van de patiënt en de cijfers van de prestaties in de boekhouding voorkomen, dit nog niet wil zeggen dat er een open boekhouding is. Voorts zijn de personen die uit hoofde van hun beroep kennis nemen van de boekhouding aan het beroepsgeheim gehouden.