keyboard_arrow_right
Deontologie

De rechtstreekse inzage door de patiënt in zijn elektronisch medisch dossier

De Nationale Raad heeft het advies van 20 januari 2007 herzien betreffende de rechtstreekse inzage door de patiënt in zijn elektronisch medisch dossier.

Advies van de Nationale Raad :

Herziening van het advies van 20 januari 2007 : Advies van de Nationale Raad van de Orde der artsen betreffende de rechtstreekse inzage door de patiënt in zijn elektronisch medisch dossier (19 september 2015).

Er komen alsmaar meer initiatieven tot stand die de patiënt ertoe aansporen, met de hulp van de zorgverleners, meer verantwoordelijkheid op te nemen in verband met zijn gezondheidsproblemen. In deze context rijst de vraag van de rechtstreekse inzage door de patiënt in de medische parameters die doorslaggevend zijn voor de bijsturing van zijn behandeling.

In zijn vergadering van 19 september 2015 heeft de Nationale Raad beslist het advies te herbekijken dat hij uitbracht op 20 januari 2007(1) en dat later reeds genuanceerd werd door het advies van 24 oktober 2009(2.) betreffende de rechtstreekse inzage door de patiënt in zijn elektronisch medisch dossier.

1° De patiënt heeft recht op inzage in het hem betreffende patiëntendossier(3) .

De inzage in het patiëntendossier in aanwezigheid van de arts die het opgesteld heeft, biedt de patiënt de mogelijkheid alle uitleg te verkrijgen die hij nodig heeft om de gegevens die het bevat goed te begrijpen. Toch heeft de patiënt, in tegenstelling tot wat de Nationale Raad stelde in het voornoemde advies van 20 januari 2007, het recht om zijn patiëntendossier in te kijken in afwezigheid van de arts die het opgesteld heeft.

2° Bij het opstellen van het patiëntendossier dient de arts er rekening mee te houden dat het dossier ingekeken kan worden door de patiënt.

Hoewel de persoonlijke notities(4) en de gegevens die betrekking hebben op derden niet rechtstreeks ingekeken kunnen worden door de patiënt, beveelt de Nationale Raad de arts aan subjectieve overwegingen met betrekking tot de patiënt die niets te maken hebben met de anamnese of de behandeling achterwege te laten alsook vermeldingen die betrekking hebben op derden en verkregen werden buiten de anamnese van de patiënt.

3° De wettelijke regels voor de uitoefening van het inzagerecht van de patiënt in zijn dossier zijn dezelfde ongeacht of het dossier op een papieren, dan wel op een elektronische drager staat.
De patiënt die zijn dossier wenst in te kijken, vraagt dit voorafgaandelijk aan bij de arts die hem behandeld heeft.

4° Het recht op inzage in het dossier dient onderscheiden te worden van het recht op informatie van de patiënt. Dit recht op informatie bevat, enerzijds, het recht om geïnformeerd te worden over zijn gezondheidstoestand en de vermoedelijke evolutie ervan (diagnoseinformatie)(5) en, anderzijds, het recht om geïnformeerd te worden over een medische tussenkomst teneinde erin toe te stemmen (toestemmingsinformatie)(6) .

5° De inzage van de patiënt in zijn elektronisch medisch dossier via internet kan bijdragen tot meer "empowerment"(7) van de patiënt ten overstaan van zijn medische situatie. Hierbij denken wij meer bepaald aan de rechtstreekse inzage door de patiënt in de medische parameters die doorslaggevend zijn voor een eventuele bijsturing van zijn behandeling.

De inzage door de patiënt doet niets af aan de plicht van de arts zijn patiënt persoonlijk te informeren.

Naast het feit dat de patiënt vrij en vrijwillig om de inzage dient te verzoeken, wordt hij best voorbereid. De samenwerking met het therapeutisch team biedt een meerwaarde voor de interpretatie van het dossier.

De arts die instaat voor de behandeling van de patiënt vergewist zich ervan dat er geen sprake is van een situatie van therapeutische exceptie(8) en dat de nodige maatregelen genomen zijn voor de bescherming van de toegang tot het dossier (beveiligings- en traceerbaarheidsregels).

6° Artsen moeten hun dossiers nauwkeurig opstellen. Zij moeten dit aanleren vanaf het begin van hun universitaire opleiding.


1.Advies van de Nationale Raad van 20 januari 2007, ‘rechtstreekse inzage door de patiënt in zijn elektronisch medisch dossier, Tijdschrift van de Nationale Raad, nr. 115.
2.Advies van de Nationale Raad van 24 oktober 2009, Rechtstreekse inzage door de patiënt van zijn ziekenhuisdossier via internet, Tijdschrift van de Nationale Raad, nr. 127, niet-publiek
3.Artikel 9, § 2, 1ste lid, van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt
4.Onder persoonlijke notities worden verstaan: de aantekeningen die door de beroepsbeoefenaar afzonderlijk werden opgeborgen, die voor anderen, zelfs voor medebetrokkenen van de zorgverleningsequipe, nooit toegankelijk zijn en die nodig zijn voor het persoonlijk gebruik van de zorgverlener. Vanaf het ogenblik dat de beroepsbeoefenaar deze aantekeningen spontaan voorlegt aan een collega, verliezen zij hun karakter van persoonlijke notities en kunnen zij dus niet worden uitgesloten van het inzagerecht. Parl. Doc., De Kamer, 50-1642/001, p. 33
5.Artikel 7, § 1, van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt
6.Artikel 8, § 1, van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt
7.Onder "empowerment" verstaat men in dit advies het versterken van het vermogen van de patiënt om autonoom beslissingen te nemen en grip te krijgen op zijn gezondheid .
8.Artikel 7, § 4, 2de lid en artikel 9, § 2, 5de lid, van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt