Disaster Victim Identification Team (DVI) - Beroepsgeheim
Het Disaster Victim Identification (DVI) is werkzaam op twee gebieden, namelijk in zaken waar lijken niet kunnen worden geïdentificeerd door middel van lichaam, haar, kleren enz., en in zaken van vermissingen. In het eerste geval worden gegevens gebruikt die nuttig zijn voor de identificatie (bv uiterlijke beschrijving van de persoon, littekens, operaties). In het tweede geval heeft men nood aan gegevens van de vermiste.
Advies van de Nationale Raad :
In zijn zitting van 30 april 2011 besprak de Nationale Raad van de Orde van geneesheren de politionele aspecten bij rampenplannen.
Een arts mag medische informatie in verband met of ter vervolledig van door de politiediensten verzamelde gegevens voor het identificeren van een lijk in een gesloten omslag via die diensten aan de daartoe door de gerechtelijke overheid gevorderde forensische arts geven.
Wat de vermissing betreft mag een arts de gevraagde gegevens meedelen wanneer hij zich kan beroepen op de noodtoestand waarover hij naar eer en geweten oordeelt.
De noodtoestand wordt gedefinieerd als een uitzonderlijke situatie waarin de schending van strafbepalingen (in casu artikel 458 van het Strafwetboek) en van strafrechtelijk beschermde juridische waarden en belangen het enige middel is om andere hogere juridische waarden en belangen te behoeden. De bekendmaking van het medisch geheim dient beperkend geïnterpreteerd te worden. De arts is nooit verplicht te spreken.
De gegevens van een overleden persoon en van een vermiste persoon moeten vernietigd worden wanneer deze gegevens niet meer nuttig zijn.