keyboard_arrow_right
Deontologie

Evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen

De Nationale Raad wordt door een provinciale raad om advies verzocht aangaande de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het beroepsgeheim bij de evaluatie inzake geneesmiddelen.
Tussen de verzekeringsinstellingen, de representatieve beroepsorganisaties van de apothekers en de minister van Sociale Zaken werd een akkoord gesloten betreffende de anonimisering van de patiëntengegevens die verzameld worden via de voorschriften met streepjescode.
Na de documentatie betreffende dit probleem ontvangen te hebben van mevrouw De Galan, minister van Sociale Zaken, brengt de Nationale Raad mevrouw De Galan op de hoogte van zijn opmerkingen.

Brief van de Nationale Raad aan minister De Galan:

Betreft : Verzameling van gegevens betreffende de terugbetaalbare farmaceutische specialiteiten

Wij danken u voor uw brief en zijn bijlagen van 19 maart 1996 in antwoord op onze brief van 21 februari 1996.

De tariferingsdiensten zijn verplicht het Riziv, via de verzekeringsinstellingen die ze, wat de identiteit van de rechthebbende betreft, anoniem moeten maken, alle gegevens te verstrekken betreffende de leveringen waarvoor ze de tariferingsverrichtingen uitvoeren. Deze gegevens worden aan de verzekeringsinstellingen bezorgd via een magneetband met twee sporen. Deze wijze van overdracht heeft tot doel de anonimiteit van de rechthebbende (de patiënt) te beschermen en te vermijden dat de verzekeringsinstellingen het geneesmiddelenverbruik van de rechthebbende sommeren.
Bij uw brief voegde u een "akkoord-document" waarvan alleen de data ongeldig zijn.

In dit document, Informatieverstrekking inzake terugbetaalbare geneesmiddelen genoemd, wordt in punt twee de inhoud bepaald van de twee sporen van de magneetband.
In punt vier wordt het Comité voor de evaluatie van het voorschrijfgedrag inzake geneesmiddelen gelast een advies te geven over de modaliteiten, de procedure en de voorwaarden voor het gebruik van de gegevens in geval beide pistes van de magneetband worden samengevoegd. Meer bepaald zal dit advies betrekking hebben op volgende elementen:

  • onder welke voorwaarden kunnen beide sporen in stereo worden gelezen zonder afbreuk te doen aan de wettelijke controleopdrachten van de ziekenfondsen;
  • garanties voor het anoniem maken van de persoonsgebonden gegevens door de verzekeringsinstellingen;
  • garanties dat de verzekeringsinstellingen geen gegevensbank met patiëntengegevens aangaande het geneesmiddelenverbruik aanleggen.

De Nationale Raad van de Orde der geneesheren maakt zich ernstig zorgen over deze problemen die de persoonlijke levenssfeer van de patiënten en hun medisch geheim aangaan, alsook de eerbiediging van het beroepsgeheim van de artsen.

Wanneer het mogelijk wordt gemaakt beide sporen in stereo te lezen kan dit immers slechts één gevolg hebben: het kennen van het geneesmiddelenverbruik van iedere patiënt en het aanleggen van een gegevensbank van de verbruikers.
Dit lijkt ons onduldbaar, zowel op het niveau van het Riziv als op dat van de verzekeringsinstellingen.

Dit probleem kan volgens ons als volgt worden opgelost:

a. de tariferingsdiensten bezorgen alleen het spoor statistiek, dat betrekking heeft op de identiteit van de voorschrijver en van het voorgeschreven geneesmiddel en het gefactureerde bedrag;

b. indien het spoor factuur, dat de identiteit van de patiënt en van de apotheker en het gefactureerd bedrag bevat, bezorgd moet worden en in stereo gelezen moet kunnen worden, vereist de bescherming van de rechthebbende dat de identiteit van de rechthebbende vervangen wordt door een willekeurig cijfer, dat gekozen wordt door een gesloten programma en geen enkel verband houdt met de geboortedatum, de woonplaats of een andere uit de identiteit van de rechthebbende voortvloeiende parameter.

Het programma voor de concordantie tussen de naam en de kenmerken van de rechthebbenden, enerzijds, en het willekeurige nummer of de willekeurige code, anderzijds, dient onder de verantwoordelijkheid te vallen van een arts. Het Riziv en de verzekeringsinstellingen mogen er in geen enkel geval toegang toe hebben.
Deze voorwaarde vormt geen belemmering voor de controleopdrachten van de ziekenfondsen en maakt een verfijning van de verbruiks- en voorschrijfprofielen mogelijk zonder afbreuk te doen aan de rechten van de patiënten. Zij vermijdt bovendien dat door de verzekeringsinstellingen gegevensbanken aangelegd worden met betrekking tot de individuele patiënten.

Wij hopen dat wij hierin gevolgd zullen worden door u en door het Comité voor de evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen.