Gerechtsdeurwaarder en beroepsgeheim
Een gerechtsdeurwaarder zou naar aanleiding van een beslag op roerende goederen het medisch beroepsgeheim hebben geschonden.
De Nationale Raad heeft deze kwestie op zijn vergadering van 19 april 1986 nader onderzocht en aan de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders volgende brief gericht:
Naar aanleiding van een klacht van een geneesheer, heeft de Nationale Raad het probleem onderzocht van het beroepsgeheim bij de uitvoering van vonnissen lastens een geneesheer.
De Nationale Raad hoopt dat bij het optreden van gerechtsdeurwaarders, medische gegevens onaangeroerd blijven. Er mag nooit iets ondernomen worden dat indruist tegen het beroepsgeheim. De gerechtsdeurwaarder moet zich, bijvoorbeeld, onthouden inzage te nemen van de ter plaatse gevonden stukken en dossiers.
Indien het noodzakelijk blijkt de stukken of dossiers te doorzoeken, is de bijstand van een lid van de Raad van de Orde vereist.
De Nationale Raad zou er prijs opstellen dat met deze zienswijze rekening wordt gehouden en aanbevelingen daaromtrent aan uw leden worden gedaan.