keyboard_arrow_right
Deontologie

Klinisch apotheker in een ziekenhuis

De Nationale Raad wordt ondervraagd over de ontwikkeling van de klinische farmacie in België en meer bepaald over de toegang tot het ziekenhuisdossier van de patiënt door de klinische apotheker.

Advies van de Nationale Raad :

In zijn vergadering van 30 april 2011 heeft de Nationale Raad van de Orde van geneesheren de vraag van dokter X van 10 maart 2010 en het antwoord dat het Bureau u stuurde op 30 september 2010 betreffende de mogelijkheid voor een ziekenhuisapotheker om het medisch en verpleegkundig dossier van een patiënt te raadplegen en er zijn opmerkingen in aan te brengen, nader onderzocht.

Zoals het Bureau aangaf in zijn vorige brief is de rol van de apotheker binnen een verzorgingsinstelling in evolutie en complementair aan de functie van ziekenhuisapotheker komt die van klinisch apotheker.

Het doel dat wordt beoogd is de activiteit van de klinisch apotheker te bevorderen om, in samenwerking met de artsen, het gebruik van geneesmiddelen te optimaliseren.

In België is ze in ontwikkeling sedert enkele jaren dankzij een proefproject dat gesteund wordt door het ministerie van Volksgezondheid.

Uit de evaluatie van het project blijkt dat, opdat de klinische farmacie doeltreffend en gunstig zou zijn voor de patiënt, samenwerking tussen de arts en de klinisch apotheker vereist is en dat het noodzakelijk is dat deze laatste toegang heeft tot het patiëntendossier (medisch en verpleegkundig dossier). Ook moet het mogelijk zijn dat de klinische apotheker er zijn bemerkingen in aanbrengt.

De klinisch apotheker mengt zich niet in de diagnose. Zijn advies heeft betrekking op de geneesmiddelenanamnese, de voorgestelde molecules en de dosis. Eventueel doet hij voorstellen om de medicamenteuze behandeling aan te passen of te veranderen.

Hij maakt deel uit van het therapeutische team aangezien hij tussenkomt in de behandeling met geneesmiddelen.

De Belgische universiteiten overwegen een opleiding tot klinisch apotheker te creëren. De opleiding zou twee tot drie jaar in beslag nemen, toegankelijk zijn voor de ziekenhuisapotheker en leiden tot een beroepstitel van klinisch apotheker. Deze titel moet nog wettelijk gecreëerd worden.

De Nationale Raad is van mening dat de functie van klinisch apotheker kan bijdragen tot een betere medische verzorging van de patiënt. Hij heeft geen deontologische bezwaren tegen het feit dat de klinisch apotheker het medisch en verpleegkundig dossier van de patiënt raadpleegt met eerbiediging van de regels betreffende het medisch geheim en er zijn opmerkingen in aanbrengt.