Medisch beroepsgeheim tussen de Geestelijke Gezondheidszorg en Bijzondere Jeugdzorg
Advies van de Nationale Raad :
In zijn vergadering van 20 april 2013 heeft de Nationale Raad van de Orde van geneesheren uw brief van 24 januari 2013 betreffende de problematiek van het medisch beroepsgeheim tussen de Geestelijke Gezondheidszorg en Bijzondere Jeugdzorg onderzocht.
Persoonsgegevens die de gezondheid betreffen
In zijn advies van 26 november 2005 over het BeHealthproject omschreef de Nationale Raad het begrip "persoonsgegevens die de gezondheid betreffen" als: elk gegeven van persoonlijke aard dat informatie verschaft over de vroegere, huidige of toekomstige fysieke of psychische gezondheidstoestand van een natuurlijke persoon die is of kan worden geïdentificeerd."
Binnen het veranderende hulpverleningslandschap is een multidisciplinaire aanpak van de zorg onontbeerlijk. Multidisciplinair teamwerk is evenwel niet mogelijk wanneer er geen ruime uitwisseling is van informatie, die een neerslag vindt in het dossier van het team. De Nationale Raad erkent het nut van de uitwisseling van persoonsgegevens die de gezondheid betreffen in de context van een multidisciplinair team.
Met betrekking tot de persoonsgegevens die de gezondheid betreffen, dient overeenkomstig het advies van de Nationale Raad van 14 november 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding een onderscheid te worden gemaakt tussen persoonsgegevens die de gezondheid betreffen die van belang zijn voor de concrete jeugdzorg en thuishoren in het multidisciplinair dossier dat toegankelijk is voor de leden van de equipe, en deze gegevens die enkel belangrijk zijn voor de medische opvolging van de persoon en niet op hun plaats zijn in het multidisciplinair dossier. De Nationale Raad heeft in zijn advies van 10 december 2011 over multidisciplinaire samenwerking in het kader van zorgtrajecten gesteld dat de zorgorganisatie "dermate moet ontwikkeld worden dat elke beroepsbeoefenaar alleen de gegevens kan raadplegen die noodzakelijk zijn voor de zorg die hij verleent. Bijgevolg moet de beschikbare informatie opgedeeld worden in categorieën welke volgens de discipline van de onderscheidenlijke beroepsbeoefenaars kunnen geraadpleegd worden."
Overeenkomstig artikel 21 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 7 mei 2004 betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp (BS 4 oktober 2004) "dienen de persoonsgegevens die de gezondheid betreffen bovendien in het dossier apart te worden bijgehouden." Onder "apart bijhouden" dient verstaan te worden dat deze gegevens op één of andere manier apart moeten kunnen worden geïdentificeerd. Dit betekent niet dat het multidisciplinair dossier dient opgesplitst te worden.
Artikel 21 van voornoemd decreet vermeldt vervolgens dat "de verwerking van en de toegang tot die gegevens onderworpen is aan de relevante bepalingen uit de wetgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en betreffende de rechten van de patiënt."
De overdracht van de integrale persoonsgegevens betreffende de gezondheid van een individu is niet altijd nodig voor de toediening van kwaliteitsvolle zorg en het is in het algemeen niet nodig over de gehele inventaris van het medisch verleden van de patiënt te beschikken, maar alleen over de relevante elementen.
Overeenkomstig artikel 7, § 4, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens mogen persoonsgegevens die de gezondheid betreffen enkel worden verwerkt onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg, behoudens de schriftelijke toestemming van de betrokkene of wanneer de verwerking noodzakelijk is voor het voorkomen van een dringend gevaar of voor de beteugeling van een bepaalde strafrechtelijke inbreuk.
Het is niet noodzakelijk dat de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg zelf de gegevens registreert en het dossier opmaakt. Een vorm van controle of een mogelijkheid tot interventie of raadpleging kan volstaan. De verwerking onder verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg wordt nageleefd ingeval een beroepsbeoefenaar zich bereid verklaart de verantwoordelijkheid te dragen voor de verwerking die gebeurt door de voorziening en dat deze persoon steeds de theoretische en praktische mogelijkheid heeft om het nodige toezicht uit te oefenen, vragen te beantwoorden en tussen te komen.
De praktische toepassing vergt dat deze persoon uitsluitend een arts mag zijn. Het vereiste toezicht veronderstelt immers dat de betrokkene zich een oordeel kan vormen over de wijze van verwerking van en toegang tot gegevens, waardoor hij ook in staat moet zijn de gegevens inhoudelijk te beoordelen.
Overeenkomstig artikel 30 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 7 mei 2004 betreffende de integrale jeugdhulp worden de persoonsgegevens, inclusief de persoonsgegevens die betrekking hebben op de gezondheid, verwerkt door personen verantwoordelijk voor de toegangspoort, de trajectbegeleiding en/of de jeugdhulpaanbieders en de andere personen en voorzieningen die jeugdhulpverlening aanbieden.
Overeenkomstig het advies van de Nationale Raad van 18 juli 1981 in verband met de centra voor geestelijke gezondheidszorg en het dossier dient het multidisciplinair dossier in zijn geheel te worden beschouwd als een medisch dossier. Het valt bijgevolg volledig onder de verantwoordelijkheid van een arts.
Gezamenlijk beroepsgeheim
Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 7 mei 2004 betreffende de integrale jeugdhulp "zijn, onverminderd artikel 31 en 32, alle personen die hun medewerking verlenen aan de toepassing van dit decreet, gebonden door de geheimhoudingsplicht, bedoeld in artikel 458 van het Strafwetboek, met betrekking tot de gegevens waarvan zij in de uitoefening van hun opdracht kennis krijgen en die daarmee verband houden."
De jeugdhulpaanbieders uit de geestelijke gezondheidszorg zijn bijgevolg wat de activiteiten betreft van de integrale jeugdhulp, onderworpen aan de verplichting tot respect voor het beroepsgeheim zoals omschreven in de vernoemde bepaling, alsook aan deze verplichting zoals omschreven in artikel 9 van het decreet van 18 mei 1999 betreffende de geestelijke gezondheidszorg dat stelt: "Ten einde bij te dragen tot de vervulling van de opdracht (...) respecteren de medewerkers van het centrum voor geestelijke gezondheidszorg het beroepsgeheim."
Gelet op het reeds aangehaalde multidisciplinaire karakter van de jeugdzorg voegt artikel 32 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 7 mei 2004 betreffende de integrale jeugdhulp aan de verplichting tot het respecteren van het beroepsgeheim toe dat "de actoren, bedoeld in artikel 30, eerste lid, wisselen onder elkaar persoonsgegevens uit met het oog op de uitvoering van de bevoegdheden en taken geregeld bij of krachtens dit decreet.
Onverminderd de verplichtingen en beperkingen die voortvloeien uit de wet van 8 december 1992 betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens of uit de regelingen van de sectoren, is deze gegevensuitwisseling onderworpen aan de volgende voorwaarden:
1° de gegevensuitwisseling heeft enkel betrekking op de gegevens die noodzakelijk zijn voor de jeugdhulp;
2° de gegevens worden enkel uitgewisseld in het belang van de personen tot wie de jeugdhulp zich richt;
3° de actoren, bedoeld in artikel 30, eerste lid, trachten, in de mate van het mogelijke, de geïnformeerde instemming met de gegevensuitwisseling te verkrijgen van de persoon op wie de gegevens betrekking hebben."
De Nationale Raad stelde over het gedeeld beroepsgeheim in het advies van 21 oktober 2006 over het beheer van medische dossiers in de Centra voor leerlingenbegeleiding: "Het beroepsgeheim kan onder bepaalde omstandigheden gedeeld worden. Het multidisciplinair dossier is er een voorbeeld van.
Deze mogelijkheid wordt echter door enkele voorwaarden afgebakend. De toepassing van het begrip "gedeeld beroepsgeheim" vergt niet alleen dat de bestemmeling van de vertrouwelijke informatie gebonden is door het beroepsgeheim. Enkel de informatie nodig voor de pedagogische omkadering van het kind dient gedeeld te worden."
Cc. Provinciale Raad Limburg