keyboard_arrow_right
Deontologie

Medisch geheim - Landverzekeringsovereenkomst

Medisch geheim ‑ Landverzekeringsovereenkomst

1. Weigering van geneesheren om medische inlichtingen te verstrekken aan een verzekeringsmaatschappij.

Een verzekeringsmaatschappij verzoekt de Nationale Raad om advies aangaande een geschil tussen haar en enkele geneesheren die weigeren om haar, overeenkomstig artikel 95 van de Wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, de medische inlichtingen te verstrekken die nodig zijn voor de uitvoering van een met een van haar verzekerden aangegane overeenkomst. Ook de verzekerde heeft de Nationale Raad hieromtrent om raad verzocht.

Na kennis genomen te hebben van een nota van zijn studiedienst verstrekt de Nationale Raad het volgende antwoord aan de verzekeringsmaatschappij:

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 15 mei 1993 kennis genomen van uw brief van 30 maart 1993 aangaande de weigering van drie geneesheren om de inlichtingen te verstrekken die gevraagd worden in het raam van artikel 95 van de Wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst.

De Nationale Raad is de mening toegedaan dat zijn omzendbrief van 27 januari 1993, waarnaar u verwijst, alle nooodzakelijke en nuttige gegevens bevat.

aan de verzekerde:

De Nationale Raad bevestigt u de goede ontvangst van uw brief van 3 april 1993 met betrekking tot een verzoek om inlichtingen van X. Bijgaand vindt u een kopie van de brief die wij naar X gezonden hebben, alsmede een kopie van de omzendbrief van de Nationale Raad van 27 januari 1993.

2. Toepassing van punt 5.4. van de deontologische richtlijnen van de Nationale Raad betreffende artikel 95 van de Wet op de landverzekeringsovereenkomst.

In punt 5.4. van de deontologische richtlijnen die de Nationale Raad verstrekt heeft betreffende de landverzekeringovereenkomst wordt bepaald: "De adviserend arts is gemachtigd om, binnen de grenzen van zijn opdracht, aan de verzekeraar de medische gegevens mede te delen die strikt nodig zijn voor de uitvoering van het contract".
De geneesheer‑directeur van een Medisch Instituut laat de Nationale Raad weten "dat het meer dan wenselijk is dat de mededeling van bepaalde diagnosen (zoals kanker en Aids) niet beschouwd wordt als nodig voor de uitvoering van het contract".

Advies van de Nationale Raad:

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 15 mei 1993 kennis genomen van uw brief van 11 maart 1993 betreffende artikel 95 van de Wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst.

De Nationale Raad blijft bij zijn standpunt dat hij geformuleerd heeft in de 2de alinea van punt 5.4. van de omzendbrief van 27 januari 1993: hij maakt geen onderscheid tussen de ziekten en laat de geneesheer oordelen over wat medegedeeld moet worden. De eventuele financiële nadelige gevolgen van deze mededeling moeten niet in aanmerking genomen worden door de geneesheer.