keyboard_arrow_right
Deontologie

Minimale Psychiatrische Gegevens (MPG's)

De beheerders van de ziekenhuisinstellingen worden verzocht vanaf 1 april 1996 Minimale Psychiatrische Gegevens te registreren.
De Nationale Raad wordt om advies verzocht aangaande het deontologische aspect van dit probleem.
Na het rapport gehoord te hebben van de Commissie die met dit doel door de Nationale Raad gecreëerd was en belast was met het onderzoek van de deontologische aspecten van de handleiding voor de registratie van MPG's van het ministerie van Volksgezondheid, deelt de Nationale Raad zijn opmerkingen mede aan minister Colla.

Brief aan de minister van Volksgezondheid:

De Nationale Raad van de Orde der geneesheren nam kennis van uw omzendbrief d.d. 25 maart 1996 gericht aan de beheerders van psychiatrische ziekenhuizen en van de algemene ziekenhuizen met psychiatrische afdelingen evenals van de handleiding voor de registratie van Minimale Psychiatrische Gegevens waarnaar u in de omzendbrief verwijst.

Na een grondig onderzoek van de bewuste handleiding is de Nationale Raad van oordeel dat de voorgestelde registratie van Minimale Psychiatrische Gegevens de vertrouwensrelatie tussen psychiater en patiënt ernstig schaadt. Zowel de deontologische als de wettelijke waarborgen betreffende beroepsgeheim en privacy worden de patiënt gedeeltelijk ontnomen en de vertrouwenspositie van de psychiater in onze samenleving wordt geschaad.

***

Het is merkwaardig hoe bij de ontwikkeling van een MPG-registratie-instrument geen aandacht geschonken werd aan de specifieke kenmerken van het psychisch ziek zijn en de kwetsbare vertrouwensrelatie van de psychiater met een gehospitaliseerde patiënt.

De repercussie van een opname in een psychiatrische dienst op de loopbaan van de patiënt, op zijn materiële, sociale en privé-situatie hebben velen reeds tot hun schade ondervonden.

Het is dan ook spijtig vast te stellen dat een psychiatrische opname beschouwd wordt als een opname in een andere dienst van een algemeen ziekenhuis. Gezien de soms pijnlijke gevolgen ware het beter geweest bijkomende garanties op geheimhouding te voorzien. Even opvallend is hoe gegevens opgevraagd worden over de meest intieme belevingen (relationele problematiek, sexuele stoornissen) van een patiënt zonder rekening te houden met de consequenties van het overmaken van deze informatie aan derden op de arts-patiëntrelatie. Het is in het belang van de volksgezondheid dat allen die in het kader van hun psychiatrische behandeling dienen gehospitaliseerd te worden de meest strikte waarborgen geboden worden op het vlak van de geheimhouding van confidentiële gegevens.

***

De medische deontologie heeft steeds voorgestaan dat gegevens uit de medische dossiers enkel voor onderzoeksdoeleinden aan derden kunnen overgemaakt worden mits de naleving van onder meer de volgende regels:

  • volstrekte anonimiteit is het principe;
  • wanneer identificatie mogelijk is, kunnen de gegevens enkel doorgegeven worden na voorafgaandelijke toestemming van de degelijk voorgelichte betrokkenen;
  • medische persoonsgegevens mogen niet worden vermengd met administratieve of sociodemografische gegevens;
  • identificeerbare medische persoonsgegevens kunnen in het kader van wetenschappelijk onderzoek enkel overgemaakt worden aan een op de Lijst van de Orde ingeschreven geneesheer.

Uit een analyse van Hoofdstuk VI betreffende de export naar het ministerie van Volksgezondheid blijkt:

  • dat slechts een partiële anonimiteit bekomen wordt;
  • dat de identificatie van de overgemaakte gegevens niet de uitzondering maar de regel is;
  • dat de toelating van de patiënt niet gevraagd wordt;
  • dat medische, gerechtelijke, sociodemografische en administratieve gegevens worden vermengd;
  • dat de handleiding niet vermeldt dat de medische persoonsgegevens bij een op de Lijst van de Orde ingeschreven geneesheer terecht komen;
  • dat niet gesteld wordt dat de MPG-verantwoordelijke onder de ver-antwoordelijkheid van een geneesheer dient te werken;
  • dat uit de handleiding evenmin blijkt welke geneesheer verantwoordelijk is voor de medische persoonsgegevens die de coördinatoren, niet-geneesheren, ter inzage krijgen.

Het moge dan ook duidelijk zijn dat de waarborgen die tot op heden aan de patiënten door hun behandelende artsen gegeven werden afgezwakt worden door de toepassing van Minimale Psychiatrische Gegevens. De deontologische garanties die steeds geboden werden gelden schijnbaar niet langer.

***

In de handleiding wordt evenmin rekening gehouden met de voor de patiënt bestaande wettelijke waarborgen.
In de omzendbrief uitgaande van het Bestuur van de Gezondheidszorg aan de beheersorganen van de psychiatrische ziekenhuizen en de psychiatrische afdelingen in de algemene ziekenhuizen betreffende de registratie Minimale Psychiatrische Gegevens wordt uitgegaan van artikel 86 van de Wet op de ziekenhuizen gecoördineerd op 7 augustus 1987. Daarin is sprake van "de statistische gegevens die ... met de medische activiteiten verband houden". Uit de handleiding blijkt dat de gevraagde inlichtingen vooral persoonsgegevens zijn en nauwelijks medisch-statistische gegevens. Daarnaast betreft de meerderheid van de gevraagde gegevens niet de medische activiteiten maar wel de patiënten.

Vanuit juridisch oogpunt dient te worden opgemerkt dat er geen wettelijke basis voorhanden is om de artsen te verplichten de in de handleiding vermelde gegevens over te maken. Integendeel zelfs, artikel 458 van het Strafwetboek verbiedt artsen vertrouwelijke gegevens die zij in hoofde van hun beroep ontvangen aan derden mee te delen tenzij een wet hen daartoe verplicht.

Opvallend is hoe weinig aandacht in de handleiding geschonken wordt aan de Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. Artikel 7 van die Wet voorziet inderdaad expliciet dat medische persoonsgegevens uitsluitend onder het toezicht van een beoefenaar van de geneeskunst mogen worden verwerkt. Bij de uitvoering van de voor de MPG-verantwoordelijken en -coördinatoren voorziene taak zal met deze bepaling rekening moeten gehouden worden.

Hetzelfde artikel 7 voorziet dat het verboden is medische persoonsgegevens aan derden mee te delen behoudens afwijking door of krachtens de wet.

Volgens artikel 1 § 5 van de Wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer zijn persoonsgegevens de gegevens die betrekking hebben op een natuurlijke persoon die is of kan worden geïdentificeerd. Artikel 2.a) van de richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 definieert persoonsgegevens als "iedere informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon [...] die direct of indirect kan worden geïdentificeerd met name aan de hand van een identificatienummer of één of meer specifieke elementen die kenmerkend zijn voor zijn of haar fysieke, fysiologische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit".

Alle persoonsgegevens blijven steeds identificeerbaar bij de verstrekker die zelf het identificatienummer overmaakt aan de ontvanger.

De voor de MPG-registratie opgevraagde gegevens zijn persoonsgegevens in de zin van de Wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer zodat deze wetgeving van toepassing is en, bij afwezigheid van daartoe strekkende wettelijke bepalingen, het overmaken van de gevraagde gegevens verboden is.

***

Besluit:

1. De Nationale Raad van de Orde der geneesheren meent voldoende te hebben aangetoond dat de voorziene registratie van Minimale Psychiatrische Gegevens belangrijke risico's inhoudt voor de kwetsbare vertrouwensrelatie tussen psychiater en patiënt.

2. Zowel deontologische als wettelijke waarborgen betreffende beroepsgeheim en privacy worden de patiënt ontnomen.

3. De Nationale Raad is van oordeel dat het opvragen van een grote hoeveelheid vertrouwelijke gegevens over individuele psychiatrische patiënten die identificeerbaar zijn, het algemeen vertrouwen van de patiënt in de artsen hypothekeert en dan ook schadelijk is voor de gezondheidszorg. Daarnaast zijn de risico's door het opslaan van al deze gegevens in één databank zeer groot.

4. De Nationale Raad van de Orde der geneesheren kan een registratie van Minimale Psychiatrische Gegevens onderschrijven, voor zover de privacy van de patiënt hierdoor niet wordt geschaad.

De Nationale Raad is graag bereid u de inhoud van dit schrijven nader toe te lichten.