keyboard_arrow_right
Deontologie

Prospectief bevolkingsonderzoek - Beroepsgeheim

Een universiteitsprofessor brengt de Nationale Raad op de hoogte van zijn voornemen een prospectief bevolkingsonderzoek uit te voeren, waarbij gedurende 5 jaar de incidentie van morbiditeit en mortaliteit in functie van de blootstelling aan bepaalde produkten,gevolgd zal worden.
Hij verzoekt de Nationale Raad de ethische aspecten van die studie te bekijken en na te gaan of zij in overeenstemming is met de medische deontologie.

Nadat de Nationale Raad dit probleem bestudeerd heeft in zijn vergadering van 15 juni, heeft hij beslist enkele bijkomende inlichtingen in te winnen.
De Raad bestudeert dit probleem opnieuw rekening houdend met de verkregen inlichtingen en met de desbetreffende artikelen van de Code van Plichtenleer.

Advies van de Nationale Raad:

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 24 augustus 1991 kennis genomen van uw brieven van 29 maart en 26 juli 1991, met betrekking tot een epidemiologische studie over de incidentie van morbiditeit en mortaliteit in functie van de blootstelling aan cadmium via het milieu.

Rekening houdend met de concrete gegevens uit deze briefwisseling, en met de artikelen 44 en 62 van de Code van medische Plichtenleer, is de Nationale Raad van oordeel dat deze epidemiologische studie in deze omstandigheden mag uitgevoerd worden.

U zal erop toezien dat de sleutel van het codificatiesysteem vernietigd wordt eens u in het bezit bent van de vereiste gegevens.