keyboard_arrow_right
Deontologie

Rust- en verzorgingstehuizen - Huishoudelijk reglement

In het Koninklijk Besluit van 12 oktober 1993 wordt bepaald "dat alle bezoekende geneesheren die één of meerdere verzorgingsbehoevenden in het rust- en verzorgingstehuis behandelen, zich er ten aanzien van de directie toe dienen te verbinden optimaal mee te werken aan de bestaande interne medische organisatie...Deze organisatie wordt vastgelegd in een reglement van orde".
Een provinciale raad wordt door een arts om advies verzocht betreffende het huishoudelijk reglement dat uitgewerkt werd door een "intercommunale voor bejaarden".
Deze arts vreest dat de door het reglement opgelegde richtlijnen, waarin de arts onder meer verplicht wordt medische gegevens op te nemen in het verpleegkundig dossier, de eerbiediging van het beroepsgeheim van de arts in gevaar brengen.

Advies van de Nationale Raad :

De Nationale Raad meent dat de beginselen voor het antwoord dat verstrekt moet worden aan Dokter X vervat zijn in de Code van geneeskundige Plichtenleer.

De arts die kennis draagt van het medisch geheim van zijn patiënt mag dit delen met de personen die bijdragen tot de verzorging van deze patiënt, binnen de voor hun opdracht noodzakelijke perken en zonder ruchtbaarheid te geven aan de vertrouwelijke gegevens van de patiënt. Met het oog op de verzorging van de patiënt moeten de verschillende paramedici beschikken over de onontbeerlijke medische gegevens, die door de arts genoteerd mogen worden in het verpleegkundig dossier. Het medisch en het verpleegkundig dossier zijn onderworpen aan het beroepsgeheim, dat geëerbiedigd moet worden door de artsen en de paramedici (artikel 458 van het Strafwetboek). De arts moet erop toezien dat hijzelf en zijn helpers de nodige maatregelen treffen voor de eerbiediging van het beroepsgeheim.