keyboard_arrow_right
Deontologie

Sociale identiteitskaart

De Nationale Raad neemt kennis van de wettelijke bepalingen inzake de sociale identiteitskaart en van een ontwerp van koninklijk besluit houdende uitvoeringsmaatregelen van deze wettelijke bepalingen.

De Nationale Raad besluit onderstaande brief te richten aan mevrouw DE GALAN, minister van Sociale Zaken.

De Nationale Raad van de Orde van geneesheren heeft kennis genomen van de wettelijke bepalingen inzake de "Sociale Identiteitskaart".

De wetteksten schrijven voor dat het gebruik van de kaart opgelegd kan worden aan verschillende organismen of instellingen voor specifieke doeleinden die verschillen van de huidige wettelijke doeleinden.

De Nationale Raad is bijzonder attent en bezorgd voor het respect van het geheel van de beschikkingen overgenomen in de Aanbeveling (86) 1 van de Raad van Europa aangaande de finaliteit en het instellen van veiligheidscontrolesystemen voor de stockering van persoonlijke gegevens bedoeld om gemakkelijke interacties te vermijden tussen de openbare en privé-bestanden.

Het beheer van een gezondheidssysteem houdt het verzamelen van gegevens voor evidente doeleinden in, maar eveneens een bijzondere aandacht voor de eerbiediging van de regels betreffende de individuele rechten, het recht op privé-leven en dus het respect van het medisch geheim. De specifieke en individuele voorgelichte toestemming van de patiënten is in deze materie vanzelfsprekend noodzakelijk.

De toekenning van eenzelfde identificatienummer voor zowel de sociale zekerheid, de fiscaliteit als de inschrijving in het nationaal register verhoogt het risico op interconsultaties en intercommunicaties van bestanden met verschillende finaliteiten en die bovendien persoonlijke gegevens bevatten, beschermd door de wet van 8 december 1992.

De Nationale Raad is u dankbaar rekening te willen houden met deze opmerkingen en vraagt u er geen andere motivatie in te zien dan de bezorgdheid voor de eerbiediging van de bescherming van de persoonlijke gegevens van de patiënt, eerbiediging waarop deze laatste recht heeft vanwege het openbaar beheer van de gegevens die hem betreffen.