keyboard_arrow_right
Deontologie

Toegang tot het medisch dossier van de gedetineerden door de Commissies van Toezicht van de gevangenissen

Aan de Nationale Raad wordt een vraag gesteld betreffende het verbod voor de artsen van de Commissies van Toezicht van de gevangenissen op toegang tot het medisch dossier van de gedetineerden. Hij heeft beslist de adviezen van de Nationale Raad van 22 september 2007 "Beroepsgeheim van gevangenisartsen" (TNR 118, p.5) en van 20 september 2008 "Beroepsgeheim van gevangenisartsen ten aanzien van de leden van de Commissies van Toezicht" (TNR 122, p.4) te herzien.

Advies van de Nationale Raad :

In zijn vergadering van 22 februari 2014 heeft de Nationale Raad van de Orde van geneesheren het verbod voor de artsen van de Commissies van Toezicht van de gevangenissen op toegang tot het medisch dossier van de gedetineerden onderzocht. Hij heeft beslist de adviezen van de Nationale Raad van 22 september 2007 "Beroepsgeheim van gevangenisartsen" (TNR 118, p.5) en van 20 september 2008 "Beroepsgeheim van gevangenisartsen ten aanzien van de leden van de Commissies van Toezicht" (TNR 122, p.4) te herbekijken.

De Nationale Raad wijst er vooreerst op dat anders dan in de vermelde adviezen wordt gesteld, de leden van de Commissie voor Toezicht op grond van artikel 30, § 1 van de Basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, voor zover dit voor de uitoefening van hun wettelijk omschreven taken noodzakelijk is, het recht hebben om, behoudens wettelijk bepaalde uitzonderingen, alle stukken in te zien die individuele gegevens bevatten van de gedetineerde, zonder dat hiervoor de toestemming van deze laatste dient bekomen te worden.

Het artikel 55 van de Code van geneeskundige plichtenleer bepaalt dat het beroepsgeheim dat de arts moet bewaren, van openbare orde is en dat de door patiënten geraadpleegde of om zorgen of raad verzochte practici in alle omstandigheden, dus ook in een gevangenissetting, door het beroepsgeheim gebonden zijn (zie ook art. 458 van het Strafwetboek).

De inzage van medische gegevens door een derde valt onder het toepassingsgebied van de wet van 8 december 1992 betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens (art. 1, § 2).

Persoonsgegevens dienen toereikend, ter zake dienend en niet overmatig te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of waarvoor zij verder worden verwerkt (artikel 4 van de wet van 8 december 1992).

De verwerking van persoonsgegevens die de gezondheid betreffen, is verboden (art. 7, § 1, van de wet van 8 december 1992).

Dit verbod is evenwel niet van toepassing wanneer de betrokkene schriftelijk heeft toegestemd in een dergelijke verwerking, wanneer de verwerking noodzakelijk is voor de vaststelling, de uitoefening of de verdediging van een recht in rechte of wanneer de verwerking noodzakelijk is voor het beheer van de gezondheidsdiensten handelend in het belang van de betrokkene en de gegevens worden verwerkt onder het toezicht van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg (artikel 7, § 2, van de wet van 8 december 1992).

De in heroverweging te nemen adviezen kunnen onderschreven worden wanneer ze stellen dat de gevangenisarts medische inlichtingen kan overmaken aan een arts, lid van een Commissie van Toezicht, indien het voor hem het enige middel is om zich te verdedigen tegen een verdenking of betichting van fout. Tevens bevestigt de Nationale Raad de overweging dat "in uitzonderlijke omstandigheden de gevangenisarts van oordeel kan zijn dat de ernst en de consequenties van de vernomen feiten een noodtoestand vormen die hem toelaat af te zien van het beroepsgeheim ten voordele van principes van hoger belang."

* * *

Het raadplegen van medische informatie betreffende een gevangene door de Commissie van Toezicht kan als noodzakelijk worden beschouwd opdat de functie van toezicht binnen de Commissie correct kan worden uitgevoerd onder de volgende deontologische voorwaarden.

- Het raadplegen van deze medische inlichtingen kan enkel gebeuren door de arts van de Commissie van Toezicht die weliswaar geen behandelend arts is en niet is betrokken bij de diagnostische of therapeutische handelingen.
- De arts zal autonoom oordelen welke medische gegevens en onder welke vorm deze gegevens kunnen worden meegedeeld aan de leden van de Commissie van Toezicht.
- De medische informatie mag door de gevangenisarts alleen aan de arts van de Commissie van Toezicht worden meegedeeld.
- Uit hoofde van collegialiteit pleegt de arts van de Commissie van Toezicht overleg met de gevangenisarts over de verstrekte informatie.
- De gedetineerde wordt op de hoogte gebracht dat bepaalde hem betreffende medische informatie wordt meegedeeld aan de arts van de Commissie van Toezicht.