keyboard_arrow_right
Deontologie

Toxicomanie - Beroepsgeheim

Toxicomanie ‑ Beroepsgeheim

Een Provinciale geneeskundige commissie legt aan de Provinciale Raad van haar provincie een probleem voor met betrekking tot de geheimhouding van toxicomanie.
Een geneesheer die bij een van zijn patiëntes een verslaving vastgesteld heeft waaraan tegemoet gekomen wordt door middel van Spasmo Plus Suppo's, verzoekt de vertrouwelijke apotheker van de patiënte, het nodige te doen opdat de andere apothekers van de regio verwittigd zouden zijn. De "Westvlaamse" (een organisatie die de drie beroepsverenigingen van apothekers binnen de regio groepeert) roept de apothekers op geen Spasmo Plus Suppo's meer af te leveren aan Mevrouw X.

De Provinciale Raad van de Orde vraagt aan de Nationale Raad of dit een schending van het beroepsgeheim uitmaakt.

Uit de discussie en uit de nota van de betrokken geneesheer aan zijn Provinciale Raad, blijkt duidelijk dat de behandelende geneesheer te goeder trouw gehandeld heeft en dat hij het beroepsgeheim niet geschonden heeft door aan de vertrouwelijke apotheker van de patiënte te vragen haar dit geneesmiddel niet meer voor te schrijven. De methode die hij gebruikt om de andere apothekers te waarschuwen, is daarentegen niet gepast en maakt wel een schending van het beroepsgeheim uit.

Advies van de Nationale Raad:

Uit de studie van de meegedeelde stukken blijkt dat het beroepsgeheim werd geschonden.

Het behoort aan de Provinciale Raad na te gaan op welk niveau de schending van het beroepsgeheim is gebeurd. Daarbij zal rekening dienen gehouden te worden met de bezorgdheid van de behandelende arts om voor zijn patiënt het beste resultaat te bekomen.