Tv-bewaking van geesteszieken
Een commissie voor medische ethiek heeft de problematiek besproken van de tv-bewaking van geesteszieken, in het bijzonder dezen die in een instelling opgenomen zijn onder het regime van de wet op de bescherming van de persoon van de geesteszieke. Omdat de commissie voor ethiek niet beschikt over documenten die haar zouden kunnen helpen een weloverwogen mening te vormen, vraagt ze het advies van de Nationale Raad.
Advies van de Nationale Raad:
In zijn vergadering van 25 april 1998 besprak de Nationale Raad uw brief van 9 december 1997 betreffende het probleem van de tv-bewaking van gehospitaliseerde mentale zieken.
De Nationale Raad is van oordeel dat het op 14 september 1991 uitgebrachte advies op vraag van de Provinciale Raad van Henegouwen nog steeds geldig is. Dit advies werd gepubliceerd op blz. 45 van het Tijdschrift nr. 54 van de Nationale Raad.
Het gebruik van camera's mag de frequentie van de persoonlijke contacten van de leden van het verplegend team met de patiënten niet verminderen. Dit is des te belangrijker wanneer deze laatste in een afzonderingskamer zijn geplaatst.
Advies van de Provinciale Raad van Henegouwen, goedgekeurd door de Nationale Raad op 14 september 1991 :
Wij zijn van oordeel dat een dergelijk observatiemiddel aangewend mag worden voor een dergelijke indicatie waarvan men de risico's in een hevig stadium overigens zeer goed kent. Wordt hier niet hetzelfde principe toegepast als dat voor de bewaking van de patiënten in de intensieve verpleegafdeling ?
Uiteraard dient men ervoor te zorgen dat de observatie werkelijk permanent gebeurt dank zij de aanwezigheid van de verpleegkundige of van de verantwoordelijke geneesheer door wie het scherm gadegeslagen wordt.
Het lijkt ons niettemin onontbeerlijk dat de patiënt en zijn familie op de hoogte gebracht worden van de aanwending van dit observatiescherm.
Het volgen op het scherm door administratief personeel, zoals het personeel van de telefooncentrale bijvoorbeeld, is daarentegen deontologisch onaanvaardbaar gelet op de eerbiediging van het beroepsgeheim enerzijds en op de vereiste competentie anderzijds.
Tot slot moet vermeden worden dat deze observatie op film vastgelegd wordt, teneinde de patiënt te beschermen tegen iedere schending van het beroepsgeheim.
Wij zullen niet nalaten u in kennis te stellen van het advies dat de Nationale Raad over dit bijzonder probleem zal uitbrengen.