keyboard_arrow_right
Deontologie

Verzekeringen - Beroepsgeheim

Een arts heeft bij de procureur des konings klacht ingediend tegen een verzekeringsmaatschappij die volgens hem het medisch beroepsgeheim schendt in haar protocollen voor minnelijke regeling.
De arts in kwestie vraagt zich af of het niet nuttig zou zijn dat de provinciale raad deze klacht steunt.
De Nationale Raad beslist dit probleem aanhangig te maken bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Brief van de Nationale Raad aan de voorzitter van deze Commissie :

In de maand maart ll. werd de Nationale Raad van de Orde der geneesheren door de Provinciale Raad van Brabant van de Orde geadieerd van een klacht van dr. X bij de procureur des Konings te Brussel wegens schending van het medisch geheim in door de verzekeringsmaatschappij X aangeboden protocols voor minnelijke regeling. U vindt hierbij kopie van de klacht met bijlage.

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 5 juli ll. deze aangelegenheid onderzocht.

Ten behoeve van dit - voort te zetten - onderzoek bekwam de Nationale Raad graag het advies van de Commissie onder uw voorzitterschap omtrent de al dan niet strijdigheid met de wettelijke bepalingen en beginselen inzake bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de laatste alinea van de door de verzekeringsmaatschappij voorgestelde overeenkomst. Eensdeels betreffen de in die alinea beoogde medische gegevens niet alleen gegevens van eigen verzekerden maar ook van de "tegenpartij" die niet noodzakelijk een verzekerde van de voorstellende maatschappij is, anderzijds is het gevraagde akkoord tot verwerking van medische gegevens een eerder onaanvaardbare voorwaarde om een minnelijke schikking te bekomen, waardoor toestemming onder druk wordt nagestreefd.

De Nationale Raad merkt hierbij op dat niet wordt gespecifieerd of de verwerking van medische gegevens zal gebeuren onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van een beoefenaar van de geneeskunst.