keyboard_arrow_right
Deontologie

Overdracht van cliënteel - Artikelen 18 en 47 van de Code

De Commissie "Code en Vooruitzichten" legt de Nationale Raad haar rapport voor met betrekking tot de materiële en immateriële bestanddelen van een geneeskundige praktijk.

Na een gedachtenwisseling en na enkele wijzigingen wordt de voorgelegde tekst van de artikelen 18 en 47 van de Code van Plichtenleer goedgekeurd.

Brief aan de provinciale raden:

De Nationale Raad van de Orde der Geneesheren heeft in zijn vergadering van 14 september 1991 de tekst herzien van de artikelen 18 en 47 van de Code van geneeskundige Plichtenleer.

Ik doe U, hierbij, de tekst geworden van de nieuwe bepalingen die onmiddellijke uitwerking hebben.

De Nationale Raad zal zo vlug mogelijk de voor een zo optimaal en zo uniform mogelijke toepassing van de nieuwe bepalingen passende richtlijnen opstellen en U doen geworden.

De gepastheid en duurzaamheid van de richtlijnen zal ruim verbonden zijn met de aard van de zich in verband met de nieuw geregelde materie voordoende moeilijkheden.

Daarom wenst de Nationale Raad, vooraleer de voorgenomen richtlijnen op te stellen en te verstrekken, een proeftijd in acht te nemen tijdens welke U de nieuwe bepalingen met omzichtigheid zult willen aanwenden.

De Nationale Raad verzoekt U hem nauwkeurig te willen inlichten over de door U daarbij ontmoete concrete moeilijkheden en de door U in het licht van de voorliggende omstandigheden genomen of voorgenomen oplossingen.

Hunnerzijds houden de Nationale Raad en het Bureau zich uiteraard te Uwer beschikking om daar waar gewenst toelichtingen te verstrekken en behulpzaam te zijn.

CODE VAN GENEESKUNDIGE PLICHTENLEER

TITEL I - HOOFDSTUK IV - KLIENTEEL

Artikel 18

§1. De materiële en immateriële bestanddelen van een geneeskundige praktijk kunnen het voorwerp uitmaken van een inbreng of quasi-inbreng in een geneesherenvennootschap en van een overdracht aan een geneesheer, een geneesherenassociatie of een geneesherenvennootschap.

§2. Zowel inbreng, quasi inbreng als overdracht moeten door een schriftelijke overeenkomst worden geregeld. Deze overeenkomst dient voorafgaandelijk ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de bevoegde provinciale raad.

§3. Door deze overeenkomst mag geen afbreuk gedaan worden aan de deontologische verplichtingen van de betrokken geneesheren.

TITEL II - HOOFDSTUK III - HET MEDISCH DOSSIER

Artikel 47

In geval van overdracht van een geneeskundige praktijk, dient de schriftelijke overeenkomst waarvan sprake in artikel 18 §2 en §3 te bepalen dat de geneesheer-overnemer de bewaarder wordt van de medische dossiers en er zich toe verbindt alle voor de continuïteit van de verzorging nuttige gegevens van het dossier mee te delen aan de door de patiënt aangeduide geneesheer.

Indien de geneeskundige praktijk bij stopzetting van de beroepsactiviteit niet overgedragen wordt, is het wenselijk dat de nodige maatregelen zouden genomen worden om de medische dossiers ter beschikking te stellen van de provinciale raad.