keyboard_arrow_right
Deontologie

Problematiek van de weefsel- en celbanken - winstoogmerk

De Nationale Raad besprak de problematiek van de weefsel- en celbanken, meer bepaald de ontwikkeling van een commerciële uitbating ervan.
De uiterste datum voor het omzetten in Belgisch recht van de door het Europees Parlement in maart 2004 uitgevaardigde Richtlijn 2004/23/EG was 7 april 2006. De Nationale Raad stelt echter vast dat dit tot op heden niet gebeurde. Hij besluit er bij de minister op aan te dringen om hiervan zo snel mogelijk werk te maken.

BRIEF AAN MEVROUW LAURETTE ONKELINX, MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN VOLKSGEZONDHEID :

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 22 december 2007 de problematiek van de weefsel- en celbanken besproken.

Naast de orgaantransplantaties maken de weefseltransplantaties (hoornvlies, beenderen, enz.) maar ook de stamcellen (van perifeer bloed, van de navelstreng, enz.) steeds meer deel uit van de therapie. Zeer waarschijnlijk zijn deze transplantaties geroepen een steeds grotere rol te spelen in de behandeling van deficitaire syndromen, van genetische afwijkingen en van proliferatieve of degeneratieve aandoeningen.

Het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek maakt in zijn advies 42 voorbehoud over de ontwikkeling van commerciële banken van navelstrengstamcellen in België. Het koninklijk besluit van 23 december 2002 betreffende het wegnemen, bewaren, bereiden, invoeren, vervoeren, distribueren en afleveren van weefsels van menselijke oorsprong alsook betreffende de banken voor weefsels van menselijke oorsprong verbiedt expliciet in artikel 2 :

“Onverminderd de principes vastgelegd bij de wet van 13 juni 1986 betreffende het wegnemen en transplanteren van organen, inzonderheid op artikel 4, § 1, zijn bovendien verboden, met betrekking tot weefsels;

6° het nastreven van een winstoogmerk; “.

Dit KB werd vernietigd door de Raad van State op basis van argumenten van rechtswege (arrest nr. 141.137 van 24 februari 2005, B.S. 10 april 2006).

In diezelfde materie heeft het Europees Parlement in maart 2004 de Richtlijn 2004/23/EG uitgevaardigd tot vaststelling van kwaliteits- en veiligheidsnormen voor het doneren, verkrijgen, testen, bewerken, bewaren en distribueren van menselijke weefsels en cellen (Publicatieblad L102 van 07.04.04, p. 0048-0058).

Naast aanbevelingen om de kwaliteit van de te transplanteren weefsels en cellen te waarborgen en te controleren, stelt de richtlijn in haar artikel 12 :

“De lidstaten beijveren zich om ervoor te zorgen dat het verkrijgen van weefsels en cellen als zodanig zonder winstoogmerk geschiedt.”

Tot op heden werd deze richtlijn niet omgezet in het Belgisch recht. De Nationale Raad is zo vrij aan te dringen op het belang deze richtlijn zo vlug mogelijk om te zetten om de juridische leegte op te vullen en de ontwikkeling van een commerciële uitbating van weefsel- en celbanken te verhinderen. Deze exploitatie zou immers een discriminatie kunnen scheppen binnen de bevolking wat betreft de toegang tot de therapeutische mogelijkheden geboden door de transplantatie van cellen en weefsels.