keyboard_arrow_right
Deontologie

Vergoeding van gametendonoren

De voorzitter van de commissie voor medische ethiek van een ziekenhuis vraagt welke de richtlijnen zijn van de Nationale Raad met betrekking tot een vergoeding voor gametendonoren.

Advies van de Nationale Raad :

De Nationale Raad is van oordeel dat een billijke vergoeding van de gametendonoren in overweging kan genomen worden. Deze compensatie dient gebaseerd te zijn op onder meer een redelijke evaluatie van de bestede tijd, de ongemakken, de risico’s die geassocieerd zijn met het geven van bijvoorbeeld ovocyten en kan niet gezien worden als een betaling voor de gameten zelf. Hierbij dient er evenwel rekening mee gehouden te worden dat noch het menselijk lichaam noch bepaalde delen ervan het voorwerp mogen uitmaken van een commerciële activiteit. Het is aangewezen dat fertiliteitscentra omtrent de voorgestelde billijke vergoeding afspraken maken.

De Nationale Raad herinnert eraan dat, overeenkomstig artikel 88, al. 3, van de Code van geneeskundige plichtenleer “ieder experiment op het vlak van procreatie een hoogstaande competentie, een buitengewone omzichtigheid, de instemming van de betrokken personen en het te rade gaan bij een commissie voor ethiek vereist”. Gezien het zeer lange tijdsinterval vooraleer betwistingen ontstaan, is een schriftelijke instemming van zowel receptoren als donoren aangewezen. Deze informed consent dient ook de juridische aspecten, o.a. het onvoorwaardelijk afstand doen van het (de) hieruit geboren kind(eren), ondubbelzinnig te regelen.

Meer informatie vindt u in het artikel “Financial incentives in recruitment of oocyte donors”, opgesteld door “The Ethics Committee of the American Society for Reproductive Medicine” (Fertility and Sterility, vol. 74, nr. 2, augustus 2000).
De Nationale Raad verwijst in dit verband eveneens naar het advies nummer 18 van het Raadgevend Comité voor bio-ethiek van België betreffende het onderzoek op het menselijk embryo in vitro, uitgebracht op 16 september 2002.