Weigering van zorg door een hongerstaker
Naar aanleiding van zijn medewerking aan de medische opvolging van hongerstakers vraagt een arts aan zijn provinciale raad welke deontologische houding hij moet aannemen met betrekking tot het eerbiedigen van de keuze van een hongerstaker die alle zorg weigert.
Advies van de Nationale Raad :
Zoals de Nationale Raad benadrukte in zijn advies van 12 december 1987 (Tijdschrift van de Nationale Raad nr. 39, maart 1988, p. 19) primeert de autonomie van de patiënt in geval van hongerstaking.
De Nationale Raad gaat akkoord met de principes en richtlijnen uiteengezet in de Verklaring van Malta van de World Medical Association aangaande de hongerstakers.
Een onderzoek van de psychische bekwaamheid zal het niveau van autonomie van de patiënt bepalen. De beslissing van een patiënt die in het bezit van zijn volle geestelijke vermogens is en goed ingelicht werd door de arts, moet worden geëerbiedigd.
Indien deze persoon vrij en uitdrukkelijk zijn verzet geuit heeft tegen elke tussenkomst, dient het niet-optreden de regel te blijven voor zover de redenen voor dit verzet blijven bestaan.
Daarentegen kan kunstmatige voeding gerechtvaardigd zijn indien de hongerstakers dit aanvaarden of wanneer deze personen, voor het geval zij niet langer in het bezit zijn van hun geestelijke vermogens, geen tegenovergestelde wilsuiting nalieten.