Huisarts - Bijkomende commerciële activiteit
Een huisarts heeft zijn provinciale raad op de hoogte gebracht van zijn voornemen om, wegens inkomstentekort, bijkomend een commerciële activiteit uit te oefenen op de plaats van zijn medische activiteit. De commerciële activiteit zou uitsluitend beoefend worden na afspraak - de medische activiteit blijft dus prioritair - en zou de continuïteit van de verzorging niet in het gedrang brengen noch aanleiding geven tot collusie.
De provinciale raad vraagt het advies van de Nationale Raad over de compatibiliteit van deze activiteiten.
Antwoord van de Nationale Raad:
De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 20 maart 1999 uw brief van 20 februari 1999 besproken aangaande het project van een arts om bijkomend een commerciële activiteit uit te oefenen.
De Nationale Raad is van mening dat het aan de provinciale raad toekomt om deze specifieke situatie op haar deontologische implicaties te beoordelen.
Volgende beoordelingscriteria dienen hierbij gehanteerd te worden :
- de handhaving van de continuïteit van de verzorging binnen de medische praktijk;
- de compatibiliteit van de bijkomende commerciële activiteit met de eer en de waardigheid van het medisch beroep;
- de afwezigheid van elke vorm van reclame of promotionele constructie ten voordele van de medische praktijk.