keyboard_arrow_right
Deontologie

Schorsing - Continuïteit van de verzorging

Schorsing ‑ Continuïteit van de verzorging

Een provinciale raad vraagt of het een geschorste arts toegelaten is op zijn abilifoon of in een bericht aan de deur van zijn kabinet de namen van twee of meer collegae te vermelden die voor zijn vervanging kunnen instaan ? Moeten de medische dossiers aan deze artsen worden overgemaakt ?

Deze vraag werd op de vorige vergadering reeds ter sprake gebracht.

Artikel 158 van de Code van geneeskundige Plichtenleer zegt in dat verband:

§1. Een geneesheer die door een gerechtelijke of disciplinaire beslissing het recht om de geneeskunde uit te oefenen is ontzegd, mag zich gedurende de straftijd niet doen vervangen.
§2. Dit verbod ontslaat bedoelde geneesheer er niet van de nodige maatregelen te nemen om de continuïteit van de verzorging te waarborgen voor de patiënten die in behandeling zijn op het ogenblik dat voornoemde sanctie in werking treedt. De getroffen schikkingen moeten medegedeeld worden aan de provinciale raad waarbij deze geneesheer is ingeschreven.
§3. Ingeval zulke schikkingen niet werden getroffen, zal de provinciale raad de vereiste maatregelen nemen.

In de praktijk verschilt de toepassing van dit artikel van de Code naargelang de provinciale raad. Verschillende leden van de Nationale Raad pleiten voor een uniformisering van de te nemen maatregelen. Anderen zijn de mening toegedaan dat elke provinciale raad vrij moet zijn de vereiste maatregelen te treffen om de continuïteit van de verzorging te waarborgen. Dit laatste standpunt wordt door de meerderheid van de Raad bijgetreden en een ontwerp‑antwoord zal voor de volgende vergadering worden voorbereid.