keyboard_arrow_right
Deontologie

Regeling tot samenwerking voor de dagelijkse eerstelijnszorg met een uitgebreid netwerk van extern aangenomen zorgverstrekkers

Aan de Nationale Raad wordt de vraag gesteld of een regeling tot samenwerking voor de dagelijkse eerstelijnszorg met een uitgebreid netwerk van extern aangenomen zorgverstrekkers enerzijds de vrije artsenkeuze niet in het gedrang brengt en anderzijds er geen vrees is voor belangenconflicten en voor mogelijke druk die zou kunnen worden uitgeoefend op de aangenomen artsen waardoor de therapeutische vrijheid kan bedreigd worden.

Advies van de Nationale Raad :

De Nationale Raad van de Orde van geneesheren heeft in zijn vergadering van 25 mei 2013 uw brief van 29 november 2012 onderzocht waarin u vraagt of een regeling tot samenwerking voor de dagelijkse eerstelijnszorg met een uitgebreid netwerk van extern aangenomen zorgverstrekkers enerzijds de vrije artsenkeuze niet in het gedrang brengt en anderzijds er geen vrees is voor belangenconflicten en voor mogelijke druk die zou kunnen worden uitgeoefend op de aangenomen artsen waardoor de therapeutische vrijheid kan bedreigd worden.

Met betrekking tot de regeling tot samenwerking waarnaar u verwijst, deelt hij u mee dat er in 2011 uitvoerig overleg is geweest tussen de Nationale Raad van de Orde van geneesheren en de heer Christian PECHEUX, Médecin Colonel-OF 5, Chef du Bureau d'appui médical territorial (COMOPSMED) over de overeenkomsten tussen extern aangenomen artsen en Defensie (kopie van deze overeenkomsten als bijlage).

De Nationale Raad besloot na een onderhoud met generaal-majoor LAIRE, kolonel PECHEUX en majoor VAN GASTEL m.b.t. deze overeenkomsten geen deontologische bezwaren te hebben.

Nochtans blijft de Nationale Raad gevoelig voor de eerbiediging van de vrije artsenkeuze en de bescherming van de therapeutische vrijheid van artsen, zoals verwoord in het advies van de Nationale Raad van 17 november 2001 "Geïntegreerde politie en gezondheidszorg" (Tijdschrift Nationale Raad nr. 94, p. 6).