keyboard_arrow_right
Deontologie

Bijstand van de klager of een getuige door een advocaat of een vertrouwenspersoon voor de onderzoekscommissie

Aan de Nationale Raad wordt een vraag gesteld of ook de klager of een getuige het recht hebben zich te laten bijstaan door een advocaat of een vertrouwenspersoon wanneer hij wordt gehoord door de onderzoekscommissie van de provinciale raad.

Advies van de Nationale Raad :

In zijn vergadering van 19 september 2015 heeft de Nationale Raad van de Orde der artsen uw brief van 20 mei 2015 onderzocht waarin u vraagt of ook de klager of een getuige het recht hebben zich te laten bijstaan door een advocaat of een vertrouwenspersoon wanneer zij worden gehoord door de onderzoekscommissie van de provinciale raad.

Aangezien de positie van de klager in het huidig medisch tuchtrecht beperkt is, is er geen juridisch verankerd "recht" om zich te laten bijstaan door een advocaat of een vertrouwenspersoon.

De Nationale Raad merkt samen met u op dat er echter geen bezwaren zijn tegen de aanwezigheid van een advocaat of een vertrouwenspersoon bij het onderhoud met de klager of getuige met de onderzoekscommissie.

Net als voor de bijstand voor de beklaagde arts geldt evenwel dat de rol van de advocaat of de vertrouwenspersoon eerder van passieve aard is. Hij zal niet tussenkomen tijdens het onderhoud. Hij kan tijdens het onderhoud of na het beëindigen van het onderhoud slechts opmerkingen maken omtrent schendingen die hij meent te hebben vastgesteld en deze doen noteren.