keyboard_arrow_right
Deontologie

Disciplinaire beslissingen

De deken van de Orde der advocaten vraagt aan de Nationale Raad of het verboden is dat de provinciale raden een kopie van de disciplinaire beslissing inzake een arts, mededelen aan de advocaat die de geneesheer heeft bijgestaan. Hij meent dat het wenselijk is dat, naar analogie van hetgeen bepaald is in het Gerechtelijk Wetboek, instructies zouden worden gegeven om de kopieën van de beslissingen mede te delen. Voorts acht hij het nuttig dat de raden aan de advocaat zouden mededelen wanneer uitspraak zal worden gedaan.

Advies van de Nationale Raad:

Onder verwijzing naar onze vroegere briefwisseling, Iaatst uw brief van 9 september 1993 in antwoord op ons schrijven van 11 augustus 1993 in verband met disciplinaire beslissingen, dienen wij vooreerst een vergissing in ons voormeld schrijven te herstellen, nu de Nationale Raad m.b.t. de mededeling van kopies van de beslissingen van de ordinale tuchtinstanties aan de advocaat van de betrokken arts wel reeds een standpunt heeft ingenomen.

Zoals blijkt uit de kennisgeving in het Tijdschrift van de Nationale Raad (nr. 36 van juni 1987, p. 29, waarvan een exemplaar als bijlage) was de Nationale Raad in zijn vergadering van 21 maart 1987 van oordeel dat disciplinaire beslissingen niet aan de advocaat mogen worden medegedeeld.

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 15 januari 1994 dit standpunt bevestigd.

Het komt aan een betrokken arts toe zijn raadsman al dan niet van de hem medegedeelde ordinale beslissing in kennis te stellen.

Anderzijds deelt de Nationale Raad uw mening volgens welke het nuttig en aangewezen is de datum, waarop uitspraak zal worden gedaan, bij de sluiting van de debatten te vermelden. De Nationale Raad zal daartoe aan de Provinciale Raden en aan de Raden van beroep de nodige aanbevelingen doen.