keyboard_arrow_right
Deontologie

De arts en de kinderen van niet-samenlevende ouders

Met betrekking tot zijn advies van 16 november 1996 over "de artsen en de kinderen van niet-samenlevende ouders en de gewijzigde wetgeving terzake" en het verband tussen dit advies en dat van 16 april 1988 over "de arts en de kinderen van gescheiden ouders" zendt de Nationale Raad onderstaande omzendbrief aan de voorzitters van de provinciale raden.

Het advies van 16 april 1988 had betrekking op de arts en de kinderen van gescheiden ouders.

Dit advies bevatte drie titels :

  1. Deontologische verplichtingen van de arts met betrekking tot kinderen van niet meer samenwonende ouders
  2. Expertise
  3. Kindermishandeling.

Alleen de eerste titel werd herwerkt met het oog op de aanpassing ervan aan de nieuwe wetgeving inzake co-ouderschap.

De Nationale Raad benadrukt bijgevolg dat het advies van 16 november 1996 slechts een aanpassing is van het advies van 16 april 1988 aan de nieuwe wetgeving van 13 april 1995 betreffende de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag.

Alleen de titel "Deontologische verplichtingen van de arts met betrekking tot kinderen van niet meer samenwonende ouders" van het advies van 16 april 1988 is vervangen door het advies van 16 november 1996.

De deontologische regels die in herinnering gebracht worden in de titels "Expertise" en "Kindermishandeling" van het advies van 16 april 1988 blijven van toepassing.