Getuigen van Jehovah
De Nationale Raad werd eens te meer om advies verzocht aangaande de door de arts aan te nemen houding in geval van weigering van een bloedtransfusie door Getuigen van Jehovah.
Nadat het probleem grondig werd onderzocht, heeft de Nationale Raad in zijn vergadering van 8 oktober 1983, volgend advies uitgebracht:
Advies van 8 oktober 1983 met betrekking op de volwassenen:
Zowel volgens de rechtsleer als de medische deontologie staat het vast dat de geneesheer de vrije en bewuste wilsuiting van een volwassene die volledig handelingsbekwaam is dient na te leven, zelfs wanneer dit tot de dood van de volwassene mocht leiden. De opvattingen binnen onze maatschappij omtrent de eerbiediging van de rechten van de mens, verplichten de geneesheer tot deze houding.
Essentieel is dat de geneesheer zelf in een persoonlijk gesprek, alle nodige informatie verstrekt over de aard van de interventie, de (eventuele) noodzakelijkheid van bloedtransfusies, en de (eventuele) gevolgen van het niet toedienen van bloed.
Wanneer de geneesheer er niet in slaagt de patiënt tot een ander inzicht te brengen moet hij in eer en geweten oordelen of de interventie, mits inachtneming van de wilsuiting van de patiënt, kan doorgaan. Wanneer de geneesheer het risico van een interventie zonder bloedtransfusie zeer groot acht, mag hij ervan afzien.
In beide gevallen is het aan te raden door de betrokkene een verklaring te laten ondertekenen waarin wordt gezegd dat ondergetekende, na alle noodzakelijke informatie te hebben verkregen, elke bloedtransfusie weigert.