keyboard_arrow_right
Deontologie

Honoraria

De Provinciale Raad van Antwerpen die zich zorgen maakt over de misbruiken inzake honoraria ‑ misbruiken die het ganse beroep in opspraak brengen ‑, deelt zijn beschouwingen mede aan de Nationale Raad. Hij vindt het overigens wenselijk dat de Nationale Raad in deze aangelegenheid tussenkomt om enkele praktijken aldus een halt toe te roepen.

De Nationale Raad neemt kennis van het advies van deze Raad en stemt ermee in. Hij beslist tevens het advies mede te delen aan alle Provinciale Raden.

Antwoord van de Nationale Raad:

De Nationale Raad gaat akkoord met uw zienswijze en is diensvolgens met U van oordeel:

1) dat een geconventioneerde geneesheer zich strikt moet houden aan de tariefconventie,

2) dat een geconventioneerde geneesheer de tariefconventie slechts mag overschrijden, op voorwaarde dat de conventie zulks toelaat, op voorwaarde dat zulks geschiedt in naleving van artikel 71 van de Code van Geneeskundige Plichtenleer, op voorwaarde dat betreffende gehospitaliseerde patiënten de wettelijke beschikkingen met betrekking tot de vaststelling en de inning der honoraria gerespecteerd worden, en op voorwaarde dat de patiënt op voorhand voldoende duidelijk wordt ingelicht over de hoegrootheid van het honorariumsupplement en dat hem nooit een ontvangstbewijs wordt geweigerd.

3) dat een niet‑geconventioneerde geneesheer, hoewel hij uiteraard niet gebonden is aan de conventietarieven, gematigd en bescheiden dient te zijn bij het vaststellen van zijn honorarium, zoals bepaald door artikel 71 van de Code van geneeskundige Plichtenleer, en dat een niet‑geconventioneerde geneesheer overigens alle andere sub 2) vermelde voorwaarden ook strikt dient na te leven.

4) dat het feit dat een patiënt dank zij een privé‑verzekering aanspraak kan maken op terugbetaling van honoraria, niet vergoed door het RIZIV, geen reden is om te mogen afzien van de hierboven geciteerde voorwaarden.