keyboard_arrow_right
Deontologie

Resultaten

Resultaten

Vorige pagina

7

pagina

Getuigschrift afgeleverd door een familielid24/01/1983 Documentcode: a031012
Huisarts - Honoraria

Huisarts-Honoraria

Het Beheerscomité van de Dienst voor Geneeskundige verzorging van het RIZIV dat zich bezighoudt met het probleem van de vergoeding van de verstrekkingen die door zorgenverstrekkers aan han familieleden zijn verleend, vraagt of de Nationale Raad het niet nuttig zou oordelen aan het medisch corps richtlijnen te geven conform de op dit punt toepasselijke regels.

De Nationale Raad heeft op 24 januari 1983 volgend advies aan de provinciale raden medegedeeld:

Uit de brief van Dokter DUJARDIN blijkt dat het Beheerscomité van de Dienst voor Geneeskundige verzorging van het RIZIV, in zijn zitting van 4 oktober 1982 besloten heeft zich te wenden tot de Nationale Raad van de Orde der geneesheren i.v.m. de vergoeding van de verstrekkingen die door zorgenverstrekkers aan de leden van hun familie worden verleend.

De Nationale Raad is van mening dat de gestelde vraag beantwoord wordt door artikel 79 van de Code van geneeskundige Plichtenleer dat luidt als volgt:

"Het is gebruikelijk dat een geneesheer kosteloze verzorging verstrekt aan zijn naaste verwanten, zijn medewerkers en zijn personeel, alsook aan zijn collega's en de personen ten laste van deze laatsten. De geneesheer mag niettemin een vergoeding vragen voor zijn kosten. Behalve aan zijn naaste verwanten, mag de geneesheer tevens een ereloon vragen ten belope van het bedrag dat ten laste valt van derden".

De volgende begrippen van dat artikel vragen om precisering:

  1. Kosteloze verzorging

    Dit begrip wordt op twee manieren beperkt. Vooreerst door het feit dat i.v.m. al de rechthebbenden welke in artikel 79 vermeld worden een vergoeding mag gevraagd worden voor de kosten.
    Ten tweede door het feit dat een ereloon mag gevraagd worden ten belope van het bedrag dat ten laste valt van derden voor al de vermelde rechthebbenden, uitgenomen voor de naaste verwanten.

  2. Vergoeding vragen voor zijn kosten

    Het valt klaarblijkelijk niet onder de bevoegdheid noch van de Nationale Raad noch van de provinciale raden van de Orde der geneesheren om op een algemene manier te bepalen welk het bedrag is van de kosten, dat mag aangerekend worden.
    Men kan evenwel aannemen dat een bepaalde provinciale raad van de Orde, die kennis krijgt van mogelijke misbruiken in een bepaald geval, de aangelegenheid onderzoekt en, bij bewezen misbruik, aan de betrokken geneesheer een sanctie oplegt.

  3. Naaste verwanten

    Onder "naaste verwanten" moet begrepen worden: de echtgenoot of echtgenote, de ascendenten en descendenten van de geneesheer en de verwanten die te zijnen laste zijn en onder hetzelfde dak wonen.
    Indien de klacht uitgaat van de Dienst voor Geneeskundige Controle van het RIZIV, en mede betrekking heeft op een misbruik van therapeutische vrijheid, wordt de beslissing van de provinciale raad medegedeeld aan het RIZIV.

Honoraria01/01/1978 Documentcode: a026018
Honoraria van psychiaters en psychotherapeuten bij niet nagekomen afspraak

De Nationale Raad ontving volgend schrijven van een provinciale raad: de meeste geneesheren‑psychiaters en psychotherapeuten van onze provincie vinden het vanzelfsprekend dat aan de patiënt systematisch een honorarium wordt aangerekend wanneer deze zijn afspraak niet nakomt, zelfs wanneer de afspraak werd afgezegd.

De leden van het Bureau vinden dat deze handelwijze niet goed verenigbaar is met het medisch beroep, of die afspraak nu al dan niet werd afgezegd.

Mogen wij om het advies verzoeken van de Nationale Raad wat dit probleem betreft ?

Zoals nooit aanvaard is dat bij de bepaling van een honorarium rekening wordt gehouden met het therapeutisch effekt ervan, kan niet worden aanvaard dat om therapeutische redenen een bijdrage wordt gevraagd voor een niet nageleefde afspraak.

Wanneer psychiaters en psychotherapeuten menen dat zij het recht hebben systematisch bedragen in rekening te brengen voor niet nageleefde afspraken, beroepen zij zich op therapeutische redenen. Een financiële bijdrage wordt voorgesteld als een hulpmiddel in de therapie.

Er zijn altijd geneesheren geweest die analoge principes verdedigen. Ter staving van te hoge erelonen wordt dan beweerd dat het werk anders niet naar waarde wordt geschat en het therapeutisch effekt van de interventie grotendeels verloren gaat.

In artikel 71 van de Code van geneeskundige Plichtenleer wordt dit kriterium niet vermeld.

Wanneer een psychiatrische patiënt zich niet aan een gemaakte afspraak houdt, is dit ongetwijfeld een belangrijk gebeuren in de therapie dat op het gepaste ogenblik dient te worden besproken. Zolang dit niet is gebeurd, kan de therapeut er de betekenis niet van kennen, noch zijn houding bepalen.

Het is uitgesloten dat de enige mogelijkheid om de therapie met kans op succes verder te zetten erin zou bestaan van de patiënt een financiële bijdrage te eisen.

In principe zijn alle bestaande vormen van psychotherapie ook mogelijk gedurende een klinische behandeling. Ook in een klinisch midden houdt de patiënt zich niet steeds aan een gemaakte afspraak met zijn psychotherapeut zonder dat deze het eisen van een financiële bijdrage als essentiële voorwaarde stelt voor het verderzetten van de therapie.

Vorige pagina

7

pagina