Resultaten
Resultaten
Honorariapool
Een vonnis van Eerste Aanleg verzoekt de Nationale Raad een advies uit te brengen met betrekking tot het al dan niet toepassen van een conventie van een honorariapool die werd aanvaard door de Medische Raad van een psychiatrische instelling.
Tijdens zijn vergadering van december heeft de Nationale Raad de voorstudie van dit dossier toevertrouwd aan een raadsheer die zijn rapport voorlegt.
De conventie bepaalt dat :"de geneesheer die afwezig is om gezondheidsredenen gedurende drie maanden zijn honoraria tegen 100 % ontvangt. Voor deze termijn is hij verplicht, met goedkeuring van de Medische Raad, een vervanger in dienst te nemen die niet minder dan 50 % van zijn honoraria mag ontvangen, voor zover de vervanger de gehele last van de afwezige geneesheer op zich neemt. Deze vervanging mag niet langer dan 2 jaar duren".
De zaak werd aanhangig gemaakt bij de rechtbank door de vervangende geneesheer die niet benoemd werd na de vervaltijd van 2 jaar, terwijl dit hem mondeling beloofd werd. Deze hoop had hem ertoe gebracht de vervangingsconventie aan te nemen.
De rapporteur brengt de artikelen 80 en 84 van de Code van plichtenleer(1) in herinnering en concludeert tot het antideontologische karakter van de conventie.
Na een gedachtenwisseling brengt de Nationale Raad het volgende advies uit:
De ereloonconventie van de geneesheren van... is,wat de verdeling van de erelonen bij langdurige vervangingen betreft, strijdig met de geneeskundige deontologie inzake ereloonverdeling.
Artikel 80:
Ereloonverdeling tussen geneesheren is toegestaan wanneer zij betrekking heeft op een aan de zieke rechtstreekse of onrechtstreekse bewezen dienst in het kader van de groepsgeneeskunde.
Behoudens deze gevallen, is het aanvaarden, het aanbieden of het vragen van een ereloonverdeling, zelfs zonder gevolg, een ernstige fout.
Artikel 84:
Wanneer na onderling overleg, een honorariapool door een medische groep wordt ingesteld, mag deze laatste, onverminderd de beschikkingen van artikel 80, slechts bestaan uit aktieve leden‑geneesheren die allen aan de verzorging van de patiënten deelnemen.
Het associatiecontract moet vooraf aan de Provinciale Raad van de Orde worden voorgelegd.
De Raad moet nagaan of de regels van deontologie in het contract worden geëerbiedigd en zal er in het bijzonder voor waken dat de voorwaarden voor de vrije keuze van de patiënt en de onafhankelijkheid van de geneesheer voldoende zijn gewaarborgd.
Hij zal verder nagaan of deze verenigingsvorm geen aanleiding kan geven tot de uitbuiting van de aktiviteiten van sommige leden van de pool door anderen of tot praktijken die misbruiken van de therapeutische en diagnostische vrijheid in de hand werken.
Dit advies is vervangen door het advies a134003 d.d. 28.05.2011.