keyboard_arrow_right
Deontologie

Raadplegingen voor diëtetiek

Een provinciale raad vraagt de Nationale Raad of een zelfstandige diëtiste raadplegingen mag houden in het kabinet van een huisarts voor patiënten van andere geneesheren, d.w.z. zonder enige samenwerkingsvorm tussen de diëtiste en de arts die zijn kabinet verhuurt.

Volgens het advies van de Nationale Raad van 19 mei 1984 mag een zelfstandige diëtiste gebruik maken van het kabinet van een huisarts voor diens patiënten. In bedoeld advies wordt elke vorm van reclame door de arts voor die raadplegingen verboden(1) .
Onderhavig probleem is evenwel totaal verschillend en elke vorm van collusie dient te worden voorkomen.

Advies van de Nationale Raad:

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 11 maart 1989 kennis genomen van uw brief van 31 januari 1989 m.b.t. de raadplegingen van een zelfstandige diëtiste in het kabinet van een huisarts voor patiënten van andere geneesheren is.

De Nationale Raad is de mening toegedaan dat er in principe geen deontologisch bezwaar is, op voorwaarde dat geen enkele vorm van collusie mogelijk is.

De Provinciale raad heeft de taak daarover te waken.

(1)cf. Tijdschrift nr 32, p.49.