keyboard_arrow_right
Deontologie

Rusthuizen - Geneeskundig kabinet

Een provinciale raad vraagt aan de Nationale Raad of een arts een geneeskundig kabinet mag oprichten in een rusthuis.

Advies van de Nationale Raad :

Voorafgaandelijk dient opgemerkt dat "Résidence X" behoort tot de categorie van Rusthuizen voor bejaarden en dus niet ressorteert onder de Rust- en Verzorgingstehuizen. Daaruit volgt dat geen enkele wettelijke reglementering voorziet in een medische verzorgingseenheid binnen een dergelijk rusthuis. Dit sluit uiteraard niet uit dat het beheer van dergelijk rusthuis een afzonderingslokaal kan voorzien waar bewoners van het rusthuis door hun vrij gekozen huisarts in alle rust en privacy kunnen worden onderzocht en verzorgd en dit op elk ogenblik waarop de noodzaak daartoe zich voordoet. Dit lokaal kan dus niet op vastgestelde uren en dagen worden bezet door gelijk welke arts.

Aangezien dergelijk rusthuis bij wet benoemd wordt als een thuisvervangend milieu dient volgens de betreffende RIZIV-reglementering ieder arts-patiëntcontact binnen dergelijk lokaal beschouwd te worden als een huisbezoek en kunnen daar dus geen "consultaties" worden verricht, hetgeen bijgevolg de bestemming ervan als "medisch kabinet" uitsluit.

Bovenvermelde bepalingen gelden voor gelijk welke lokatie binnen de gemeenschappelijke ruimten van het rusthuis. De eventuele inplanting van een geneeskundig kabinet in de onmiddellijke nabijheid van een rusthuis dient zodanig te gebeuren dat het duidelijk is dat het kabinet geen deel uitmaakt van het rusthuis.

Wanneer het beheer zou besluiten tot de oprichting van een paramedische verzorgingseenheid ter plaatse, dan moet die verzorgingsmogelijkheid op gelijke wijze ter beschikking worden gesteld van alle bezoekende huisartsen en hun patiënten en mag deze geboden service op geen enkel ogenblik afbreuk doen aan de vrije keuze van de residenten.

Afgezien van bovenvermelde reglementaire onverenigbaarheid van een medisch kabinet binnen een rusthuis voor bejaarden, zou een dergelijke medische vestiging op direkte wijze aanleiding geven tot rechtstreekse of onrechtstreekse druk op de residenten met ronselen van patiënteel als gevolg en onttrekken en afleiden van patiënten ten nadele van de bezoekende huisartsen, hetgeen in strijd is met de deontologische richtlijnen vervat in art. 19, §1 en §2, van de Code van geneeskundige Plichtenleer.