keyboard_arrow_right
Deontologie

Beroepsactiviteit door een arts op het grondgebied van verschillende provinciale raden

De nationale raad van de Orde der artsen heeft de vraag onderzocht van een arts die zijn beroepsactiviteit op het grondgebied van verschillende provinciale raden uitoefent.

Advies van de nationale raad :

In zijn vergadering van 17 november 2018 heeft de nationale raad van de Orde der artsen de vraag bestudeerd van een arts die zijn beroepsactiviteit op het grondgebied van verschillende provinciale raden uitoefent.

Meer bepaald ondervraagt u haar over de verplichting van de provinciale raad van inschrijving het advies te vragen van alle andere provinciale raden waar de arts uitoefent.

Artikel 8 van de Code van medische deontologie 2018 stelt: "De arts organiseert zijn praktijk zodanig dat hij zijn beroep kwalitatief hoogstaand en veilig uitoefent, de continuïteit van de zorg verzekert en de waardigheid en de intimiteit van de patiënt eerbiedigt.".

De arts moet niet langer het voorafgaand akkoord hebben van de provinciale raad van inschrijving betreffende de territoriale verspreiding van zijn activiteiten, maar hij heeft de wettelijke verplichting die raad in te lichten over de plaats waar hij zijn beroepsactiviteiten uitoefent(1). De provinciale raad van inschrijving brengt de andere betrokken provinciale raden op de hoogte dat de arts op hun grondgebied medische activiteiten uitoefent.

De wijziging van de Code van deontologie maakt dat het advies van 25 oktober 2014 van de nationale raad betreffende het bepalen van de "woonplaats van de arts" (TNR nr. 147) niet meer actueel is, voor wat betreft de verspreiding van de medische activiteiten De nationale raad annuleert het advies en zal het vervangen op korte termijn.



(1) Artikel 6, 1° van het koninklijk besluit nr. 79 van 10 november 1967 betreffende de Orde der artsen

Artikelen 21, §1, 2° en 21bis, eerste alinea, 2°, van het koninklijk besluit van 6 februari 1970 tot regeling van de organisatie en de werking der raden van de Orde der geneesheren.

Artikel 99, 7°, van de Gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen