keyboard_arrow_right
Deontologie

Dienstverrichting door Europese artsen op Belgisch grondgebied

Naar aanleiding van een concreet, hem door een provinciale raad voorgelegd geval, heeft de Nationale Raad een bespreking gewijd aan het gezag van de provinciale raden en de raden van beroep over de Europese artsen die op Belgisch grondgebied een dienstverrichting uitvoeren in de zin van artikel 17 van richtlijn 93/16/EG van 5 april 1993.

De Nationale Raad richt volgende brief aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Artikel 5 van het koninklijk besluit nr. 79 van 10 november 1967 betreffende de Orde der geneesheren verduidelijkt dat de provinciale raden gezag en rechtsmacht hebben over de geneesheren onderdanen van één van de lidstaten van de Europese Unie, andere dan België, en die een dienstverrichting uitoefenen in het ambtsgebied van die provinciale raad.

Artikel 44decies van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen stelt de arts die dienstverrichtingen uitvoert in België en onderdaan is van een andere lidstaat van de Europese Unie vrij van inschrijving op de Lijst van de Orde van geneesheren. Deze vrijstelling sluit aan bij de Europese logica om het vrij verkeer van diensten binnen de Unie niet te belemmeren. Ze heeft geen betrekking op de vestiging.

Ditzelfde artikel 44decies maakt de uitoefening van handelingen van geneeskunde door de dienstverrichter echter afhankelijk van een voorafgaande verklaring ingediend bij de directie Geneeskundepraktijk aan de hand van een formulier waarvan het model door de minister wordt goedgekeurd. De directie Geneeskundepraktijk informeert de Orde hierover.

In bepaalde gevallen blijkt dat de verklaring gericht aan de directie Geneeskundepraktijk overeenkomstig artikel 44decies niet voorafgaat aan de effectieve uitoefening van de geneeskunde op het Belgische grondgebied. Dit is in strijd met de inhoud van deze bepaling en belet in de praktijk elke controle op de uitoefening van de geneeskunde door de dienstverrichter.

De aangifteprocedure dient zodanig te verlopen dat de Nationale Raad op voorhand ingelicht wordt over de dienstverrichting om, ten opzichte van de dienstverrichters, de uitoefening van de wettelijke opdrachten toevertrouwd aan de Orde van geneesheren door het koninklijk besluit nr. 79 van 10 november 1967 mogelijk te maken.

Voorts verwijst de Nationale Raad u naar de bewoording van artikel 6 van richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties. Met het oog op de omzetting van deze richtlijn vóór 20 oktober eerstkomend zou de Nationale Raad graag met u een onderhoud hebben over de eventuele invoering van een systeem voor de tijdelijke inschrijving van artsen-onderdanen van de EU die een dienstverrichting wensen uit te voeren op het nationale grondgebied, los van de bij artikel 7 bepaalde voorafgaande verklaring.