Inschrijving van de arts in opleiding op de lijst van de Orde der artsen
In zijn vergadering van 21 september 2019 heeft de nationale raad van de Orde der artsen de antwoorden bestudeerd van de provinciale raden op de vragen in zijn advies van 16 februari 2019 betreffende de inschrijving van de arts in opleiding op de lijst van de Orde der artsen (Tijdschrift van de nationale raad nr. 164).
De regels betreffende de inschrijving op de lijst verplichten de arts zich in te schrijven in de provinciale raad waar hij zijn voornaamste bedrijvigheid uitoefent (artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 79 van 10 november 1967 betreffende de Orde der artsen).
Het stageplan brengt een mobiliteit van de arts in verschillende provincies met zich mee, soms na enkele maanden.
De toepassing van artikel 2 van het voornoemde koninklijk besluit nr. 79 impliceert dan meerdere transfers van inschrijving, die een overdreven administratieve last voor de arts vormen.
De provinciale raden delen het standpunt van de nationale raad dat de arts in opleiding zich voor de gehele duur van zijn opleiding moet kunnen inschrijven in de provinciale raad waar hij zijn wettelijke (burgerlijke) woonplaats heeft
Natuurlijk staat het hem ook vrij zich in te schrijven in de provinciale raad waar hij zijn voornaamste beroepsactiviteit uitoefent; dit impliceert de overdracht van inschrijving in geval van wijziging van de plaats van zijn voornaamste bedrijvigheid.
De arts in opleiding brengt de provinciale raad op wiens lijst hij zich inschrijft op de hoogte van de plaatsen waar hij zijn activiteiten uitoefent.
Zodra zijn opleiding beëindigd is, schrijft hij zich in op de lijst van de provinciale raad waar hij zijn voornaamste activiteit uitoefent.